Uncategorized

Nieuwe Frans-Algerijnse oorlog

Redactie Binnenland

Tegen zijn entourage herhaalde Charles de Gaulle het vaak: “Als ik Algérie Française niet laat vallen, dan leven we straks in een Frans Algerije.” De demografische evolutie van Algerije, waarvan noordelijke delen tot 1962 Franse departementen waren, was voor de Franse president een belangrijke reden om de rebellen van het FLN hun zin te geven en Algerije onafhankelijk te laten verklaren. Anders zouden de Algerijnse moslims als volwaardige Franse burgers op termijn in Frankrijk een meerderheid vormen. Ook de Franse liberale filosoof Raymond Aron gaf in zijn standaardwerk ‘Le spectateur engagé’ de demografische moslimvloedgolf als belangrijke reden aan om de gebieden aan de overzijde van de Middellandse Zee weg te duwen.

Maar de aanhangers van Algérie Française, en het behoud van steden als Algiers en Oran in Franse handen, kwamen met een totaal andere redenering. Het Franse hartland kon enkel Frans (lees: blank en grotendeels katholiek van cultuur) blijven als Algerije integraal deel bleef uitmaken van Frankrijk en de moslims aan de overzijde werden gehouden.Fe

it is dat Frankrijk, na de massale immigratie de voorbije decennia, sowieso Algerijns geworden is. Feit is ook dat het ‘communautarisme’, het conflictueus naast elkaar leven van verschillende gemeenschappen, stilaan zijn hoogtepunt – of moeten we zeggen dieptepunt – heeft bereikt. ‘Nique la France’ is de strijdkreet van Algerijnse immigranten geworden, zelfs die van de tweede en de derde generatie.

Een overwinning ‘vieren’
Wat te denken van de manier waarop de Franse moslims van Algerijnse afkomst de overwinning van de nationale ploeg van Algerije tegen Zuid-Korea op het WK in Brazilië ‘gevierd’ hebben. Het was de eerste overwinning van Algerije in die competitie sinds 1982. De berichten in de Franse pers waren opvallend mild en positief. Le Parisien had het over “een nacht van blijdschap”. La Voix du Nord had het over “grote vreugde”, zoals de toeterende wagens duidelijk maakten. Maar de realiteit was totaal anders. Zoals velen gevreesd hadden, was de overwinning een signaal voor veel allochtonen om wagens en bushokjes in de fik te steken.

Het Noord-Franse Roubaix, een soort van Molenbeek net over de grens met België, spande de kroon. In het hele departement van le Nord werden vijfentwintig wagens in brand gestoken, waarvan vijftien in Roubaix. Daarnaast werden meerdere winkels gevandaliseerd. In tal van steden – Dowaai, Valencijn, Maubeuge – werden vuilbakken in brand gestoken. Zevenendertig vormen van ‘violences urbaines’ – rellen dus – werden opgetekend. Parijs bleef niet buiten schot; her en der werden winkelruiten ingegooid.

Vroeger had men dit nog verklaard door te wijzen op de sociale achterstelling van Franse jongeren van vreemde origine. De rellen en vernielingen zouden dan een manier zijn om hun ongenoegen te uiten. Nu wordt het gros van de feiten verzwegen, al heeft La Voix du Nord na enige tijd toch een lijst van de vernielingen moeten publiceren.

In de politieke cenakels bleef het opvallend stil. Enkel de FN-politici Marion Maréchal-le Pen en Florian Philippot vermeldden de feiten op Twitter. Le Pen junior beschouwt de rellen als een bewijs dat de integratiepolitiek van de traditionele Franse partijen (de UMPS, zoals ze het bij het FN noemen) mislukt is. Philippot twitterde ironisch dat “er vanavond niets gebeurd is. U kunt rustig gaan slapen”. De andere politieke partijen reageerden niet op die Twitter-berichten.

Wel bracht de nochtans rechtse en meestal objectieve Le Figaro die in verband met valse berichten die op de sociale media werden rondgestuurd, zoals het verhaal dat er in een wijk van Lyon een kerk in brand zou gestoken zijn. De organisatie Le Bloc Identitaire zag weliswaar de bui hangen en vroeg preventieve maatregelen om te vermijden dat overal in het Franse straatbeeld de Algerijnse kleuren zouden verschijnen.

Fluiten tijdens de Marseillaise
IJdele hoop. De Algerijnse vlag komt, naast de Franse tricolore, steeds meer in het straatbeeld voor. Meer bepaald bij betogingen. Zeer opvallend bij het verkiezingsfeest van François Hollande in 2012 waren de wit-groene vlaggen met wassende islammaan die op de Place de la Bastille wapperden. Alsof de allochtonen de president eraan wilden herinneren: houd rekening met ons, want je hebt je stemmen aan ons te danken.

Het ging er in 2012 in elk geval veel vredelievender aan toe dan een aantal jaren eerder, toen Franse moslimjongeren bij de aanvang van een vriendschappelijke wedstrijd tussen Frankrijk en Algerije tijdens het spelen van de Marseillaise een fluitconcert ten beste gaven. De toenmalige president, Jacques Chirac, was woedend. Maar het bewijs was geleverd: Franse allochtonen haten hun nieuwe vaderland. “La haine de la France”, zoals Nicolas Sarkozy het in één van zijn speeches noemde, is bij hen sterk ingeburgerd. Eigenlijk mogen ze in Roubaix en Parijs blij zijn dat Frankrijk en Algerije elkaar tijdens dit WK (haast zeker) niet zullen treffen. Wat de score ook zou zijn geweest, die wedstrijd zou de voorsteden opnieuw in de fik steken en meer dan ooit aantonen dat de nieuwe Frans-Algerijnse oorlog volop woedt.

PAL Nieuwsbrief

schrijf je gratis in

Blijf op de hoogte met onze dagelijkse nieuwsbrief




Alle nieuws voor binnenland opgevolgd door de PAL NWS redactie.

Delen