Uncategorized

Wallonië zal snel zevende staatshervorming vragen

Redactie Binnenland

De nieuwe Waalse regering wil het elk jaar met 800 miljoen euro minder doen. Een besparingsregering dus, maar de kans is groot dat Paul Magnette, de toekomstige bewoner van het Naamse Elysette, nog deze legislatuur zal aankloppen om federaal en vooral van Vlaanderen extra geld te krijgen.

Het heeft decennia geduurd, maar blijkbaar heeft Wallonië eindelijk ontdekt dat er zoiets bestaat als besparingen. Dat is tenminste de indruk die men krijgt wanneer het kakelverse Waalse regeerakkoord voor de komende legislatuur onder de loep wordt genomen. De volgende Waalse regering van PS en cdH, die geleid zal worden door Magnette, maakt een einde aan de jarenlange sinterklaaspolitiek.

De Waalse overheidsadministratie moet om te beginnen op dieet. In 2015-2016 wordt van vijf ambtenaren die met pensioen gaan slechts één vervangen. Daarna is de verhouding één op drie. Jaarlijks zal 800 miljoen euro worden bespaard op de Waalse begroting als geheel. De Franse Gemeenschap moet 150 miljoen besparen. Ook de Waalse schuld wordt beter opgevolgd. Recent raakte bekend dat de Waalse schuld 16 miljard euro bedraagt, een stuk meer dan het cijfer dat de Waalse regering deed circuleren. Al moet één en ander gerelativeerd worden: terwijl Vlaanderen al een aantal jaren een begroting in evenwicht heeft, zal die van Wallonië pas in 2018 ‘break-even’ zijn.

Geen kopie

Ook in Wallonië hebben de met de zesde staatshervorming overgehevelde bevoegdheden verregaande gevolgen en moeten er beleidskeuzes worden gemaakt. De woonbonus blijft behouden voor de bestaande contracten, maar voor nieuwe hypothecaire leningen zal wellicht een andere regeling worden ingevoerd. Het stelsel van de dienstencheques wordt, zoals bekend, een deelstaatbevoegdheid. In Wallonië wordt de fiscale aftrekbaarheid minder aantrekkelijk. Dat laatste is eigenlijk de enige echte belastingverhoging die de nieuwe Waalse regering doorvoert.

Dat is verwonderlijk. In het verleden was het Waalse beleid grotendeels een kopie van het federale PS-beleid, met veel uitgaven, vooral op sociaal vlak. Als er putten werden geslagen, was het aan de belastingbetaler om die te dempen. De nieuwe Waalse regering lijkt die beleidskeuzes de rug te hebben toegekeerd. Waarom?
Er zijn verschillende redenen. Om te beginnen kijken de Europese autoriteiten niet enkel naar de federale budgettaire situatie maar ook naar de toestand in de deelstaten. Ook de regio’s die meer en meer middelen krijgen, moeten hun steentje bijdragen tot een gezonde sanering van de overheidsfinanciën. Ten tweede is er de zesde staatshervorming. De deelstaten krijgen zoals gezegd extra bevoegdheden rond arbeidsmarktbeleid, gezondheidszorg en kinderbijslag, maar de middelen worden niet voor honderd procent overgeheveld. Dat is niet alleen voor Vlaanderen slecht nieuws. Ook de Walen moeten daardoor de vinger op de knip houden. Enkel Brussel staat er goed voor, omdat het gewest kan rekenen op een royale herfinanciering.

Besparingsoperatie

Met de verschillende regeerakkoorden die nu worden afgesloten, wordt één zaak duidelijk: de zesde staatshervorming is één grote besparingsoperatie, waarbij de federale overheid de factuur doorschuift naar de deelstaten. Een onderzoek van het Leuvense instituut Vives, dat een aantal maanden geleden verscheen, toont het onomstotelijk aan: verschillende staatshervormingen zijn een impliciete “bail-out” of financiële redding van het ene overheidsniveau door het andere.

In 1988 was de staatshervorming met de eerste financieringswet eigenlijk een tijdelijke redding van de armlastige Franse Gemeenschap dat haar onderwijs niet meer kon financieren. Aan Vlaamse kant had men door dat de Franstaligen op droog zaad zaten en dat met die financieringswet de Franstaligen hoogstens wat tijd hadden gewonnen. Vlaamse politici hadden toen al berekend dat de Walen en de Franstalige Brusselaars in 1999 opnieuw aan de deur zouden kloppen voor nieuw Vlaams manna. En dan zullen we nieuwe communautaire eisen op tafel kunnen leggen, was in de Vlaamse partijcenakels te horen. Ere wie ere toekomt, maar toen had Hugo Schiltz voor één keer gelijk. Toen de Volksunie in 1988 het door Dehaene onderhandelde regeerakkoord (“Sire geef me honderd dagen”) van christendemocraten, socialisten en VU moest goedkeuren, verklaarde Schiltz op een legendarisch partijcongres dat “deze financieringswet het einde van België inluidt”. De opgezweepte VU-militanten gaven hem een staande ovatie.

Financieel breekijzer

En zie, in 1999 was het zover. De Franse Gemeenschap zat opnieuw op droog zaad en had geld nodig voor de herfinanciering van haar onderwijs. De Vlamingen hadden een financieel breekijzer in handen om de Franstaligen op de knieën te krijgen, maar de paars-groene regering heeft er geen gebruik van gemaakt. Het Lambermontakkoord (2000-2001) kwam er en het Franstalig onderwijs was gered. Vlaanderen kreeg in ruil geen copernicaanse omwenteling. De enige ‘trofee’ die men wist binnen te halen, was dat Verhofstadts paars-groene regering voor jaren gered was.

Deze nieuwe bail-out van de Franse Gemeenschap zorgde echter voor problemen op federaal niveau dat financieel verder werd uitgekleed. Een volgende staatshervorming zou voor soelaas moeten zorgen. Dat is ook wat de zesde staatshervorming doet. Brussel wordt financieel gered, maar tegelijk moet de federale overheid financiële ademruimte krijgen. De factuur wordt doorgestuurd naar de andere deelstaten: Vlaanderen vooral, maar ook Wallonië.

De volgende staatshervorming

In Namen is men zich meer en meer bewust van het feit dat Wallonië de kosten van de zesde staatshervorming moeilijk zal kunnen blijven dragen, zelfs met een besparingsregering. Reden is dat Wallonië economisch te zwak blijft om een deel van de Belgische lasten te dragen. De Waalse economie mag dan al een tijd aan een inhaalbeweging bezig zijn – de Waalse economische groei is sinds 2006 iets hoger dan de Vlaamse -, de regio blijft tot de zwakste van Europa behoren. Met 32 procent van de Belgische bevolking is Wallonië maar goed voor 24 procent van het bbp. Het Waalse inkomen per kop bedraagt 88 procent van het Europees gemiddelde, het Vlaamse 118 procent. De Waalse werkloosheid blijft met 15 procent te hoog. Dit alles betekent dat Wallonië een zwakke fiscale capaciteit heeft, en dat net in een periode dat de fiscale autonomie van de deelstaten wordt uitgebreid. Een eigen fiscaal beleid voeren wordt door de budgettaire beperkingen moeilijk.

Gezien de precaire financiële en economische situatie van de regio is de kans groot dat Wallonië nog deze legislatuur een nieuwe staatshervorming zal eisen. Een staatshervorming die, zoals de meeste recente, een deelstaat van de financiële ondergang zal moeten redden. De invloedrijke Waalse FGTB-baas Thierry Bodson waarschuwt er al maanden voor dat Wallonië de budgettaire verplichtingen van de komende jaren zeer moeilijk zal kunnen honoreren. Dus moet het geld van elders komen. En steevast is dat Vlaanderen. Wat wil zeggen dat de zevende staatshervorming er sneller zal komen dan verwacht. Zullen de Vlamingen dan eisen dat het de facto politieke confederalisme ook financieel, economisch en vooral staatsrechtelijk een feit wordt? De Vlaamse politieke elite zal opnieuw de sleutel, of beter het breekijzer, in handen hebben. Vraag is of ze dat breekijzer zal willen gebruiken.

 

PAL Nieuwsbrief

schrijf je gratis in

Blijf op de hoogte met onze dagelijkse nieuwsbrief




Alle nieuws voor binnenland opgevolgd door de PAL NWS redactie.

Delen