Uncategorized

Xavier Waterslaeghers versus Cincinnatus

PAL

In de nasleep van de aanslagen in Brussel en Zaventem, en nu opnieuw tijdens de oorlog in Oekraïne, wordt de vraag naar onze weerbaarheid en de morele discipline opnieuw een stukje dwingender. Waar is de ziel van Europa?

Diagnose

De aanslagen waren in alle opzichten een daad van oorlog. Onze goegemeente, maar ook de grote segmenten van de maatschappij (georganiseerde hooligans niet nagelaten) reageerden niet met woede, of zelfs met angst. Nochtans zijn die emoties (groeps)evolutionaire instincten die toelaten correct te reageren bij fysieke dreiging: ‘fight or flight’ (vechten of vluchten). Dat was er niet, wel makke oproepen tot “vrede en liefde”. De hashtags #PeaceForParis en #PeaceForBrussels, compleet met hippielogo, moeten op één of andere manier ons die oorlog doen winnen, of extremer: onze vijand motiveren om ermee te stoppen. Helaas werkt de echte wereld van geopolitiek en internationale betrekkingen niet zoals op het speelplein in de lagere school: “Als je je pester negeert, stopt ie vanzelf wel.” Een advies dat vroeger op het speelpleintje al fout was, kan ons zeker nu niet voorthelpen. Wie voor zichzelf wil opkomen, moet zich verdedigen. En onze maatschappij wordt meer dan gepest.

Hoe komt dat dan? Waarom is onze maatschappij zo slap? Waar is de weerbaarheid die ons toeliet om vroeger steeds (existentiële) bedreigingen te beantwoorden? Denk aan de Spartaanse koning Leonidas die het opnam tegen de Perzen, Karel Martel die de Moren verdreef uit Frankrijk, Jan Sobieski die Wenen ontzette van de Osmanen, Jeanne d’Arc, Willem van Oranje, Charles de Gaulle, Margaret Thatcher… Waar is de wilskracht die ons toeliet om telkens uit onze as te herrijzen? Denk maar aan de renaissance na de Zwarte Dood, de Nederlandse Gouden Eeuw na de Spaanse bezetting, het Wirtschaftswunder na WOII, enzoverder. In de plaats daarvan hebben we Noorse politici zoals Karsten Nordal Hauken. Een linkse mannelijke denker die thuis werd verkracht door een Somalische asielzoeker en zich schuldig voelt omdat de kwaaddoener terug naar Afrika werd gedeporteerd. Anekdotisch, maar typerend. We laten ons letterlijk verkrachten.

Het antwoord op die vraag heeft meerdere facetten:

  • Het liberale individualisme en de daarbij horende secularisering heeft onze sociale cohesie geërodeerd tot heel nauwe cirkels (maximaal het gezin, als dat er al is) rond de ik-persoon. Waar vroeger de term ‘vrijheid’ betekende vrij te zijn van bezetting, vrij van vreemde mogendheden, betekent het vandaag mogen doen wat je wilt doen. Je goesting doen, zeg maar.
  • De staat is meer en meer taken beginnen doen die burgers vroeger zelf organiseerden. We hebben niet alleen onze defensie anoniem uitbesteed (die onze staat op haar beurt dan nog eens uitbesteedt aan de NAVO en de Verenigde Staten van Amerika) maar ook dingen als voor de ouderen en de kinderen zorgen, hulpbehoevenden opvangen, buurtwerk enzoverder worden in groeiende mate exclusief opgevangen door de staat, of door instanties verbonden aan de staat. Dat waren zaken waarin burgers elkaar vonden. In het geval van defensie en militaire dienst was het een plek waar de burger en de politiek elkaar vonden.
  • De rijkdom die we opgebouwd hebben op de fundamenten van onze voorouders, en die lange tijd gegarandeerd werd door de sussende militaire paraplu van de VSA, heeft ons doen geloven dat er nooit meer oorlog kan komen, waardoor oorlog iets onwezenlijk wordt, niet echt.

Uit deze facetten komt een giftige combinatie voort van egocentrische onverantwoordelijkheid, fundamenteel plichtsgebrek en kunstmatig pacifisme.

Pleisters of remedies?

Net doordat ons veiligheidsvraagstuk opnieuw in de verf is gezet, met bloed, roept men in heel wat beleids- en intellectuele kringen luider om antwoorden. Moet de staat nog meer gaan organiseren? Nog meer data verzamelen van onze eigen burgers? Bart de Wever riep al in november 2015 op tot een Europese Patriot Act (naar analogie met de Amerikaanse wet die ingrijpende privacyinbreuken toelaat om terreur te bestrijden). Strengere justitiemaatregelen? Misschien. Maar symptoombestrijding verdelgt de ziekte niet.

Een interessantere piste die af en toe opduikt, is die van de legerdienst terug in te voeren. Het zou alleszins een stap zijn. In theorie (en als je de verhalen over de legerdienst van weleer in België negeert) zou Jan en alleman technisch in staat zijn om zich georganiseerd te verweren tegen agressoren. Men zou ook wat geleerd krijgen over het belang van (werken in) een groep. Maar veel meer dan een druppel op een hete plaat kan zo’n maatregel niet zijn. Uiteindelijk is een jaar dienst veel te weinig om de hierboven geschetste maatschappelijke tendensen op te lossen die al decennia lang gaande zijn. Veel waarschijnlijker is dat we met een gigantische hoop Xavier Waterslaeghers’ zullen eindigen. Even gecastreerde mannen die gewoon met een wapen kunnen omgaan en direct weer terug hervallen in de geïnstitutionaliseerde onverantwoordelijkheid. Zolang er maar voetbal en dagschotels zijn.

Men kan zich de vraag stellen of de hierboven vernoemde maatschappelijk tendensen überhaupt omkeerbaar of oplosbaar zijn. Dat zou betekenen dat we de rol van de staat en de denkwijze van zijn burgers radicaal moeten veranderen. Gekkenwerk. Maar misschien kunnen we er wel omheen fietsen en toch op bestemming arriveren.

Lucius Quinctius Cincinnatus

Wie een klassieke opleiding heeft gevolgd, kent de Romein Lucius Quinctius Cincinnatus. Cincinnatus lijkt wel de tegenpool van Xavier Waterslaeghers. De aristocraat van geboorte leidde een teruggetrokken leven op het platteland, maar was toch doordrongen van burgerlijk plichtsgevoel. Tot tweemaal toe werd Cincinnatus opgeroepen om als dictator Rome te leiden en van de afgrond te redden. Eens de taak volbracht was, gaf hij de absolute militaire en politieke terug aan het volk en ging hij terug zijn land ploegen. Waarom haal ik deze figuur aan? Omdat hij een symbool is voor de weinig plichtsbewuste mensen die onze beschaving vandaag nog kent. En het zijn deze mensen wiens stem luider zou moeten klinken.

In de filosofische sciencefictionroman Starship Troopers van Robert Heinlein is er een politiek systeem aanwezig op aarde dat alleen stemrecht geeft aan burgers die zich inschrijven voor militaire dienst. De geest achter die gang van zaken is de volgende: enkel mensen die lijf en leven willen riskeren voor de samenleving hebben het plichtsgevoel en het gebrek aan egocentrisme noodzakelijk om politiek te participeren in die samenleving. De sciencefiction van Heinlein laten we best vallen, maar misschien is het niet zo gek om enkel stemrecht te geven aan mensen die bereid zijn om militair te dienen.

Op die manier fietsen we rond slappe onverantwoordelijkheid en bereiken we onze bestemming: politieke en militaire weerbaarheid.

RN

PAL Nieuwsbrief

schrijf je gratis in

Blijf op de hoogte met onze dagelijkse nieuwsbrief




Delen