De kruistocht tegen plastic en Mei Plasticvrij

De kruistocht tegen plastic en Mei Plasticvrij

Uncategorized

De kruistocht tegen plastic

Redactie Binnenland

In september 1924 sierde een Vlaming de voorpagina van het legendarische Timemagazine. Toen kon men onmogelijk voorspellen hoezeer de uitvinding van Leo Baekeland onze manier van leven zou gaan bepalen. De Gentenaar, die zijn naam schonk aan bakeliet, de eerste kunststof, wordt algemeen beschouwd als de vader van plastic.

Het is ondoenbaar een overzicht te geven van de ontelbare wijzen waarop synthetische materialen ons leven hebben veranderd en verbeterd. Laat ons, in het kader van deze bijdrage, alleen even de ecologische voordelen van plastic in herinnering brengen: het vervangt stoffen die anders uit organische materialen zouden moeten gehaald worden, het is goedkoop en milieuvriendelijk te produceren, het houdt producten vers die anders snel bij het afval zouden belanden en het is duurzaam. De laatste eigenschap is echter die welke plastic de laatste tijd een slechte naam aan het geven is: veel kunststoffen vergaan niet van zichzelf.

Polymere kleurstof. Plastic korrels als kleurstof voor kunststoffen. (Foto Shutterstock)

Plastic soep

De EU maakte in januari bekend dat het niet-afbreekbare plastieken verpakkingen weg wil tegen 2030 (via een speciale Europese taks, dus goed nieuws voor de eigen kas). Onze eigen staatssecretaris voor Milieu, Philippe de Backer, kondigde aan dat hij een batterij van “preventieve en repressieve maatregelen” wil nemen ter ontmoediging van het gebruik van plastic. Een nieuw actiecomité, “Mei Plasticvrij”, heeft gevraagd deze maand plastic uit ons leven te bannen. De VRT geeft de agenda van de actievoerders op haar webpagina mee alsof het neutrale informatie van publiek belang is. “Plastic is een plaag”, titelde Canvas, zonder meer.

Hoe is plastic plots de ecologische volksvijand nummer 1 geworden? De oorzaak ligt in zee. Jaren geleden circuleerden al geruchten over een “plastic soep”, een grote massa aan elkaar geklit plastic, dat als een drijvend eiland op de oceanen zou ronddobberen. Dit bleek een mythe. Maar het begrip “plastic soep” is behouden gebleven om de concentratie van plastic in onze zeeën en oceanen bloemrijk te overdrijven. Ook De Backer gebruikt de term graag.

De kwalijke gevolgen van plastic in zee zijn tot nu grotendeels gebaseerd op anekdotiek. Een babyschildpadje verstrikt in een bierverpakking, een visser in Costa Rica die een goudmakreel vangt met plastic in de maag (ja, dit was nieuws) en beelden van Aziatische stranden vol aangespoelde petflessen. Maar die verhalen mobiliseren wel, ook wanneer ze niet begeleid worden door wetenschappelijk onderzoek. Colin Janssens, de eco-professor die De Backer ondersteunt in zijn kruistocht tegen plastic, moest toegeven dat er nog geen enkel wetenschappelijk bewijs bestaat dat plasticdeeltjes die in de voedselketen terechtkomen, enig gevaar voor onze gezondheid betekenen.

Eco-religie

Het klopt dus dat redelijk veel plastic in de oceanen drijft en dat we daaraan best iets mogen doen, al was het maar uit voorzorg. Maar de hysterische en onwetenschappelijke berichtgeving en de politieke besluitvorming rond dit gegeven tonen opnieuw aan hoe ecologisme steeds meer de kenmerken van een religie vertoont. Een paar weken geleden ergerde energiespecialist Ongena zich in dit blad over de onwetenschappelijke en irrationele energiepolitiek van België en Europa, waarbij de fetisjistische aanbidding van groene energie tot hoge prijzen en stroomtekorten leidt. Ook in het dossier rond klimaatverandering zien we steeds dezelfde religieuze hartstocht die geen kritiek, matiging of nuancering verdraagt.

Wat de problematiek van het plastic in zee betreft, zitten we opnieuw in dit straatje van groene emo-politiek, die, paradoxaal genoeg, op het einde van de rit het milieu eigenlijk schaadt. We worden nu verondersteld om plastic verpakkingen te weigeren in supermarkten (als de supermarkten ons niet voor zijn, want ook daar heeft men het commercieel nut van een ‘groen’ imago ontdekt). Maar wat zijn de alternatieven? Een komkommer in een plastic jasje blijft 11 keer langer goed dan een naakt exemplaar. Dat is ecologisch dus een uitermate efficiënt omhulsel. Wat wil men gebruiken in plaats van een plastic zak? Verschillende studies wezen al uit dat papieren zakken (door hun productiemethode en hoger gewicht) een grotere last voor het milieu zijn.

Herbruikbare zakken zijn dat ook, tenzij ze héél, héél vaak gebruik worden. Warenhuisketen Lidl liet weten binnenkort volledig over te schakelen op katoenen zakken van Oxfam. Maar een studie van de Britse overheid wees uit dat de productie van een katoenen zak 200 keer meer milieulast veroorzaakt dan een plastieken zak. Dat betekent dat, als je dezelfde Oxfam-zak één keer per week gebruikt, je pas na vier jaar het milieu begint te helpen. Je mag er dan wel nooit de voedselresten uitwassen. Want detergenten, weet je wel.

Slechts 1 procent

Het meest hallucinante aspect van de antiplasticcampagne schuilt in wat nooit vermeld wordt. Je kan het niet lezen op de webstekken van de Bond Beter Leefmilieu of “Mei Plasticvrij”, in de persmededelingen van staatssecretaris De Backer of in de doemtijdingen in onze pers: het plastic in de zee komt helemaal niet van ons.

Een Duitse studie (vorig jaar gepubliceerd in “Environmental Science and Technology”) berekende dat meer dan 90 procent van het plastic afval dat in zee wordt geloosd, afkomstig is van slechts 10 rivieren. 8 daarvan bevinden zich in Azië, 2 in Afrika. De reden is simpel: de landen aan die rivieren hebben geen behoorlijke afvalophaling en –verwerking. De rivier is daar voor de mensen wat de vuilkar voor ons is. Omdat in alle westerse landen gesofisticeerde en strenge methodes voor afvalverwerking bestaan, is ons aandeel in de “plastic soep” verwaarloosbaar klein, en al zeker niet het gevolg van het gebruik van de plastieken zakjes, roerstokjes en drinkrietjes die men ons nu wil ontzeggen.

Zeer uitzonderlijk kan een plastic zakje dat iemand nonchalant in Dilbeek heeft achtergelaten, enkele jaren later door de wind meegenomen worden naar de Zenne in Brussel, om vandaar zijn tocht naar zee aan te vatten. Maar voor het overige zal het zakje van de Colruyt, waarin druiven of appels zaten, nooit in de oceaan geraken, tenzij je het er hoogstpersoonlijk gaat ingooien. Actiegroep “Mei Plasticvrij” wijst evenwel op ander groot gevaar: een plastic zak kan weggegooid worden, in een grasmachine belanden, over het gras uitgestrooid raken, door koeien opgegeten worden en zo in onze biefstuk terechtkomen. Ja, daar hebben ze mij. In Denemarken werd wetenschappelijk onderzoek verricht naar plastic in zee. Men moest besluiten dat het aandeel van plastic zakjes zo minimaal is dat het niet de moeite is om in de studie op te nemen.

Rituelen, regels en taksen

Betekent dit dat we in het Westen geen aandacht moeten hebben voor ons gebruik van niet-afbreekbare stoffen? Uiteraard niet. Maar Europa is voor slechts 1 procent van het plastic in zee verantwoordelijk, Azië voor 82 procent. Het gegeven dat pers en politiek de hoofdoorzaak van de plasticvervuiling van de zeeën systematisch onvermeld laten, terwijl ze wel een absurd exorcisme verrichten tegen voorwerpen die niets met het probleem te maken hebben, stemt tot nadenken. De derde wereld ter verantwoording roepen blijft uit den boze. De westerling een schuldgevoel aanpraten over zijn schaamteloos consumptiegedrag gaat zoveel makkelijker, ook al is het gebaseerd op niets en leidt het tot niets: de aandacht wordt zelfs afgeleid van het echte probleem.

Als je geen redelijkheid aantreft in de analyse van de oorzaken, mag je niet veronderstellen dat er meer redelijkheid zal zijn bij het uitwerken van de oplossingen. Er komen weer bewustmakingscampagnes en nutteloze uitbanningsrituelen (in de stijl van “dikketruiendag”) op ons af. En uiteraard ook heel veel regeltjes en taksen.

Jurgen Ceder

PAL Nieuwsbrief

schrijf je gratis in

Blijf op de hoogte met onze dagelijkse nieuwsbrief




Alle nieuws voor binnenland opgevolgd door de PAL NWS redactie.

Delen