Sinds maart zijn er al bijna 148.000 dossiers opgestart tegen het overtreden van de coronamaatregelen. “Het gaat om spuwers, of mensen die de avondklok of het samenscholingsverbod negeerden”, zegt An Schoonjans, persmagistraat van het college van procureurs-generaal.
16.672 van de 147.969 verdachten waartegen een dossier is opgestart zijn minderjarig. In 60 procent van de gevallen kregen de mensen een minnelijke schikking. Wie de boete weigerde te betalen, wordt of is al voor de rechtbank gedagvaard. “Intussen zijn een kleine 15.000 mensen ook gedagvaard voor de rechter, en zijn er al 8.000 vonnissen uitgesproken”, zegt Schoonjans.
In totaal kregen 22.963 verdachten te maken met een sepot van hun dossier. Dat betekent dat ze niet vervolgd zullen worden. “In twee procent van alle correctionele coronazaken is er sprake van een seponering omwille van andere prioriteiten”, klinkt het. Of ze zagen hun zaak geklasseerd worden omdat er onvoldoende bewijzen waren, of omdat er geen sprake was van een misdrijf.
De parketten maken ondanks de sepots toch een prioriteit van de handhaving en opvolging van de coronamaatregelen. “Drieënzestig procent van de zaken is op dit moment afgehandeld door het parket, of de verdachte in kwestie werd gedagvaard en doorverwezen naar de rechtbank”, gaat Schoonjans verder. “De strenge opvolging van die dossiers brengt heel wat extra werklast mee voor de parketten. Maar het is nodig, in het kader van de volksgezondheid. Ook tijdens eindejaarsperiode zijn we extra alert en waakzaam. We werken samen met de politie de klok rond.”
