De corona-app van de Belgische regering is een flop. Slechts 4% van de 500.000 mensen die besmet raakten sinds eind september maakte actief gebruik van de app “Coronalert”. Slechts de helft ervan maakte ook effectief melding van de besmetting. Dat is ontzettend laag. Dat bleek uit de vragen die Michael Freilich (N-VA) stelde aan Mathieu Michel (MR). Ook opmerkelijk: er zijn opvallend meer Vlaamse gebruikers dan Franstalige.
De corona-app kan pas echt optimaal werken als 60% tot zelfs 70% van de besmette gevallen ook effectief melding maakt via de app. Dat gebeurde echter niet. De applicatie is wel 2,2 miljoen keer gedownload. “Maar schijn bedriegt dus,” zegt Michael Freilich. “Een download betekent niet noodzakelijk dat de app ook wordt ingeschakeld, effectief wordt gebruikt of nadien niet wordt verwijderd.”
“Overheid moet verantwoordelijkheid opnemen”
Slechts 20.000 mensen van de 500.000 die besmet geraakt zijn, hadden de app. Dat is 4% van alle gevallen. Slechts de helft heeft ook echt melding gemaakt dat ze positief waren. Dat brengt het uiteindelijke cijfer dus op 2%. Dat zou enerzijds komen door de problemen die de app in het begin had en anderzijds door niet juist gebruik, want de app was niet gebruiksvriendelijk. Freilich vindt echter dat de regering haar verantwoordelijkheid ontloopt. “De overheid moet meer inzetten op promotie van de app, ondermeer een bredere campagne gedragen door BV’s en influencers.”
Michael Freilich vindt het vooral opvallend dat er meer Vlamingen gebruik maken van de app dan Franstaligen. “Dat is te verwachten aangezien er 60% Vlamingen zijn t.o.v. 40% Franstaligen,” zegt Freilich. “Maar zelfs bijgesteld om daarmee rekening te houden blijken Vlamingen met kop en schouders de grootste gebruikers. Ongeveer een kwart van de Vlamingen heeft de app gedownload; bij de Franstaligen is dat slechts 15%.”
“Franstalige attitude moet onderzocht worden”
Hij wil dat er een onderzoek komt waarom Franstaligen de app minder gebruiken. “Dat Franstaligen de app minder downloaden, roept alleszins vragen op. Speelt een verschil in attitude met betrekking tot privacy een rol, heeft het te maken met de digitale penetratiegraad of speelt er nog iets anders? Men zou dit zeker moeten onderzoeken.”
