Uncategorized

Een doodgeboren coalitie tegen China?

Paul Bäumer

China wil de grootste supermacht ter wereld worden en alle andere naties aan zich onderwerpen, zowel economisch als politiek. Hamvraag is of een anti-China coalitie kans maakt. Zonder Amerikaans leiderschap is de slaagkans klein.

De Sowjetunie heeft dat zeventig jaar lang ook geprobeerd, maar ze werd daarin gehinderd door een zeer zwakke economie. De Chinezen zijn er als eersten in geslaagd binnen het kader van een communistische dictatuur een sterke economie op te bouwen, met industriebaronnen die tegelijk miljardairs en partijbonzen zijn. Zo’n systeem is per definitie instabiel, maar de ineenstorting die al twintig jaar lang wordt voorspeld, blijft voorlopig uit. Die economische macht wordt nu in een angstwekkend tempo gebruikt om industriële rivalen uit te schakelen én om een ongeëvenaarde militaire macht uit te bouwen.

Trumps anti-Chinese alliantie

Onder president Trump waren de VS begonnen met het opbouwen van economische én militaire allianties om de groeiende macht van China in te dijken. Vorige week kon u hier lezen hoe de NATO hierin een –voorlopig bescheiden – rol wil spelen. We bekijken nu de “oosterse” kant van die alliantie die president Trump voor ogen had. Het was in wezen een modernisering van de oude Amerikaanse strategie uit de jaren ’50 en ’60 om communistisch China in te dijken door een reeks bondgenootschappen met de buurlanden ervan. De steunpilaren daarvan zouden nu India, Japan en Australië moeten worden, eventueel versterkt met Zuid Korea, Taiwan – informeel natuurlijk – en de Filippijnen. De rol van Rusland laten we hier buiten beschouwing. Tot zeer kort geleden leefde Poetin mentaal nog het wereldbeeld van de jaren vijftig, toen China en zijn geliefde Sowjetunie nog trouwe bondgenoten waren. De spectaculaire opbouw van de Chinese militaire macht zou de voorbije twintig jaar niet mogelijk zijn geweest zonder massale Russische wapenleveringen. Pas nu lijkt Poetin zich plots te realiseren dat de Chinezen die wapens ook willen gebruiken om een flink stuk van Siberië te veroveren.

India en Japan als hoekstenen

Dat bondgenootschap zag er veelbelovend uit. Op binnenlandse vlak heeft premier Modi de verwachtingen van de hindoenationalisten niet waargemaakt, maar hij heeft India wel verder op de juiste koers gehouden, die al in 1991 was begonnen: weg van het socialisme en de planeconomie en meer op het westen georiënteerd dan op de zogenaamde “niet-gebonden landen”, die in werkelijkheid een antiwesters clubje zijn. India is nu een zelfbewuste regionale grootmacht, de grootste democratie ter wereld, met een snel groeiende economie en steeds grotere middenklasse. Militair gezien is India de sterkste pion in de anti-Chinese alliantie. China heeft 290 kernkoppen en India slechts 150, maar dat is zeker genoeg om de Chinezen af te schrikken. De Chinese luchtmacht – de tweede sterkste ter wereld! – is dubbel zo groot als de Indiase, maar dat wordt gedeeltelijk goedgemaakt doordat de Indiase gevechtsvliegtuigen gemiddeld moderner zijn. De Chinese marine is de grootste ter wereld. Ze telt zelfs meer oorlogsschepen dan de Amerikaanse. Maar de Amerikanen hebben één grote troefkaart op zee: elf reusachtige vliegdekschepen, waarnaast de twee kleine Chinese carriers in het niets verzinken. De Indiërs hebben één operationeel vliegdekschip, ongeveer van hetzelfde kaliber als de Chinese, en eentje dat in de testfase zit. En wat misschien belangrijker is dan de wapensystemen: niemand twijfelt eraan dat de Indiërs als het erop aankomt echt zullen vechten. Van de Duitsers is men bijvoorbeeld helemaal niet zo zeker. En dat is nog een eufemisme. Een tweede belangrijke pion is Japan. Officieel heeft dat geen strijdkrachten, alleen “self defence forces”. Maar die zijn wel voortreffelijk uitgerust, met een keur van hoogtechnologische wapens. De Japanners hebben geen vliegdekschepen, maar ze zijn volop bezig twee helikoperkruisers om te bouwen tot echte carriers. Strikt genomen is dat in strijd met de naoorlogse vredesverdragen en met de Japanse Grondwet, maar nu de nood aan de man komt, maalt niemand daar nog om. Japan heeft geen kernwapens en met zijn reusachtige stedelijke agglomeraties is het nog kwetsbaar voor atoomaanvallen en nucleaire chantage dan de meeste andere landen. Onder leiding van de VS zouden Japan en India de hoekstenen kunnen zijn van een grote anti-Chinese coalitie.

Kansloos zonder leider

Maar daar wringt het schoentje nu. Het militair zo machtige Amerika is politiek ontredderd door een jarenlange marxistische “mars door de instellingen”. Biden is aan de macht gekomen door verkiezingen die mede door Chinees geld en Chinese desinformatiecampagnes gemanipuleerd werden. Als we ervan uitgaan dat Biden inderdaad president wordt, en zich nog enige tijd aan de macht kan vastklampen voor oudersdomskwalen en/of zijn marxistische bondgenoten hem ten val brengen, zal hij niet in staat zijn de leidende rol te spelen die van hem verwacht wordt als leider van zo’n coalitie tegen China. Kijk nog eens naar enkele Youtube-filmpjes van zijn blunders en verwarde afdwalingen tijdens zijn verkiezingstoespraken. Soms kon hij zelfs een getal niet meer correct aflezen van een voorbereide tekst. Ziet u zo iemand bij onderhandelingen al een vuist maken tegen de cynische beulen van de Chinese Communistische Partij? Gaat hij hen op een geloofwaardige manier kunnen afdreigen, zodat ze zich verder koest houden? Gaan Japan, India of Australië zich de woede van de Chinezen op de hals durven halen door toe te treden tot een anti-Chinese coalitie, als ze er niet eens zeker van kunnen zijn dat de president van de énige mogendheid die hen echt kan beschermen, binnen enkele weken misschien vervangen wordt door anderen, die ideologisch aan de kant van China staan? Als ze zich herinneren hoe het team Biden-Obama in Syrië “een rode lijn” in het zand trok en daarna… helemaal niets deed toen de Syriërs die rode lijn schaamteloos overschreden door toch giftgas te gebruiken?

PAL Nieuwsbrief

schrijf je gratis in

Blijf op de hoogte met onze dagelijkse nieuwsbrief




Geschiedenis, opinie of andere? Bij Paul Bäumer zit u aan het juiste adres, behalve als het gaat om een politiek correcte mening.

Plaats een reactie

Delen