Partijdotaties: kassa-kassa
De partijdotaties wekken al lange tijd wrevel bij de burger. Het systeem waarbij de politieke partijen zichzelf voor volgend jaar 32,4 miljoen belastinggeld toekennen, staat meer en meer onder druk. Maar de meeste politieke partijen knijpen graag een oogje toe. De N-VA diende bij monde van Wim Van der Donckt dan ook een amendement in bij de bespreking van de begroting van volgend jaar. Dat hield in dat er maar liefst 634.000 euro zou kunnen bespaard worden als men de partijdotaties niet zou indexeren,. Vorig jaar werd een dergelijk amendement nog gesteund door de Open Vld (dat haalde het echter niet), maar dit jaar volgde de nieuwe Vivaldi-meerderheid over de ganse lijn niet. Het gevolg is dus dat de partijdotaties volgend jaar opnieuw stijgen. Een leuk weetje: twee jaar geleden – in 2018 – werd voor het eerst zo’n amendement om een indexsprong te maken ingediend door de toen al ex-N-VA’ers Vuye en Wouters. Alleen het Vlaams Belang steunde dat amendement. Alle ‘Zweedse’ partijen van de regering-Michel, aangevuld met álle linkse partijen stemden toen tegen.
N-VA kondigde dezer dagen niettemin aan een wetsvoorstel in te dienen om de indexering definitief te schrappen uit de wet die de dotaties regelt, zodat er nooit nog amendementen moeten ingediend worden. Het meest opvallende is dat de groenen en de roden elk jaar de indexering wél steunen. Vreemd toch dat de linkse herauten van de politieke vernieuwing in deze zaak muisstil zijn en het triomfalistische tromgeroffel van Kristof Calvo niet te horen is.
Record-uitgaven voor kabinetten
Niet alleen de partijdotaties gaan de hoogte in, ook de kredieten voor de werking van de ministeriële kabinetten worden met bijna een kwart opgetrokken, van 56 naar 68 miljoen euro. In de Kamercommissie Financiën kreeg het wetsontwerp forse kritiek van de oppositie. Wellicht onbedoeld legde staatssecretaris voor Begroting Eva De Bleecker (Open Vld) de vinger op de wonde door als ‘eenvoudige uitleg’ te geven dat er “nu eenmaal zeven partijen deel uitmaken van de federale regering”. Met andere woorden: de partijen moeten dus evenredig bediend worden. Evenwichtige taakverdeling zonder versnippering van bevoegdheden is klaarblijkelijk geen uitgangspunt.
Vanessa Matz (cdH) deed de meerderheidspartijen even pijn met een subtiele vergelijking om dat aan te tonen: “Melchior Wathelet jr. was tussen 2011 en 2014 staatssecretaris (in de regering-Di Rupo). Hij had dus minder medewerkers dan een minister én hij had de bevoegdheden die vandaag worden uitgeoefend door de kabinetten-Khattabi, -Van Der Straeten en -Gilkinet (zonder de NMBS) en het luik staatshervorming van het kabinet-Clarinval.” Er zou dan ook een record aantal cabinettards in dienst zijn: 838, privé-koks inbegrepen. En dan hebben we het nog niet over de extra medewerkers die ex-ministers in dienst mogen houden. Ondertussen mag de gewone burger de broeksriem wel blijven aanhalen en stapelen de faillissementen zich op.
Voorstellen met een beperking
Vorige donderdag werd in de Kamer een wijziging van het Kamerreglement gestemd dat uitvoering moet geven aan de wet van 2 mei 2019 die het indienen van verzoekschriften voorziet. Het gaat om de fameuze wet die regelt dat 25.000 burgers een voorstel kunnen doen bij de Kamer ter behandeling. De wet was oorspronkelijk geïnspireerd door Kristof Calvo (Groen). Het voorstel van donderdag jl. was opnieuw van Calvo, maar mede-ingediend door Sophie De Wit van N-VA.
Oorspronkelijk deelden VB en N-VA de kritiek op het feit dat van de 25.000 (ministens 16-jarige) personen die hun woonplaats in België hebben, er ten minste 14.500 hun woonplaats moeten hebben in het Vlaams Gewest, 2.500 in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest en 8.000 in het Waals Gewest. Op die manier zou het immers onmogelijk zijn om een exclusief Vlaams onderwerp aan de agenda te plaatsen. Stel bijvoorbeeld dat 25.000 Vlamingen op de agenda zouden willen zetten dat de excellenties in de Kamer behoorlijk tweetalig moeten zijn en dus ook het Nederlands perfect machtig zouden moeten zijn. De kans is klein dat daarvoor in Wallonië en Brussel voldoende handtekeningen zouden gevonden worden. Merkwaardig, maar donderdag was alleen nog het VB overtuigd van die kritiek op dit ‘Belgische’ voorstel.