Nut handen wassen beperkt in strijd tegen covid-19

Foto: Shutterstock. Nut handen wassen beperkt in strijd tegen covid-19

Uncategorized

Nut handen wassen relatief beperkt in strijd tegen covid-19

Jurgen Ceder

Het is nog steeds één van de belangrijkste adviezen op de webstek van de Wereldgezondheidsorganisatie: je moet je handen regelmatig wassen om de verspreiding van covid-19 tegen te gaan. Ook bij ons – en nog vóór de experten het eens werden over het nut van bijvoorbeeld mondmaskers – drukten Steven Van Gucht en andere experten ons op het hart dat handen wassen dé manier is om niet ziek te worden. Handhygiëne is uiteraard altijd een goed idee, maar het is zeer de vraag of het een noemenswaardig effect heeft op de verspreiding van het coronavirus.

In april vorig jaar werd Amerika opgeschrikt door het verhaal van Rachel Brummert. De vrouw zou, ondanks een strikte zelfisolatie, besmet zijn geraakt door de boodschappen die iemand aan haar deur had achtergelaten. Het bericht zorgde voor flink wat ongerustheid. Hoe kon het ook anders, als zelfs dokters al filmpjes delen waarbij ze al hun boodschappen zorgvuldig desinfecteren, zoals in de viraal gegane video van dokter Jeffrey VanWingen?

Hadden de journalisten hun werk correct gedaan, had ze kunnen ontdekken dat Rachel Brummert ook al het nieuws had gehaald als slachtoffer van het medicijn Levaquin, als slachtoffer van huiselijk geweld en als slachtoffer van seksuele belaging in een bar. Het kan uiteraard dat ze gewoon heel veel pech heeft, daar telkens de pers mee haalt en dat ze nu een uitzonderlijk slachtoffer van besmettelijke boodschappen is. Het kan ook dat Brummert graag in de aandacht staat. En het is zeker dat journalisten niet altijd even kritisch zijn voor sensationeel nieuws. 

Het virus overleeft, maar besmet niet

Ik ken zelf iemand die zijn aankopen uit de supermarkt eerst een dag laat staan in zijn kelder. Het is een bijzonder verstandige man, dus zou je mogen verwachten dat hij ook goed geïnformeerd is over Covid-19, in het bijzonder de wijzen waarop het virus wordt overgebracht. Dat blijkt niet het geval. Experten zijn er inderdaad nog niet helemaal uit op welke manier het virus meest wordt verspreid. Overdracht van druppels door hoesten, spreken en lachen speelt zeker een belangrijke rol. Ook aerosols (minuscule druppeltjes die in de lucht blijven hangen) zijn gevaarlijk. Maar het wordt wel steeds duidelijker dat er bijzonder weinig gevallen zijn van verspreiding van het virus via aanraking van voorwerpen.

Er bestaat geen twijfel over dat virusdeeltjes kunnen overleven op oppervlakten en dat de overlevingsduur afhankelijk is van het materiaal. Maar er zijn bijzonder weinig gevallen bekend waar aanraking van die besmette oppervlakten ook daadwerkelijk tot infectie heeft geleid. Experimenten om het virus vandaar verder te cultiveren mislukten.

Eigenlijk kon dat al vroeg vermoed worden. In april deed de Duitse onderzoeker Hendrik Streeck, een viroloog die terreinstudies verricht in plaats van tv-studio’s af te schuimen, een intensief onderzoek in de regio van Heinsberg, één van de weinige Duitse gebieden waar al vroeg een epicentrum van Covid-19 was ontstaan. Hij kwam tot de conclusie dat verspreiding door aanraking van besmette oppervlakten onwaarschijnlijk was.

Kans is verwaarloosbaar

De bevindingen van Streeck werden sindsdien bevestigd. Ook een studie die in september in The Lancet verscheen kwam tot het besluit dat de kans besmetting via virusdeeltjes die op oppervlakten overblijven heel klein is. Het Amerikaanse Centre for Disease Control and Prevention deelt die mening en heeft in november zijn advies aan de bevolking aangepast. Bij ons blijkt men trager in het bijstellen van de goede raad. Handen wassen staat nog steeds op nummer 1 van de adviezen van de Vlaamse Overheid.

Kan je besmet worden door aanraking van winkelkarretjes, liftknoppen of deurklinken? In theorie wel, maar het is zeer onwaarschijnlijk. Teveel voorwaarden moeten vervuld om op die wijze geïnfecteerd te worden, bevestigen Dean Blumberg, specialist besmettelijke ziekten, epidemiologe Julia Marcus, en Linsey Marr, wetenschapper gespecialiseerd in aerosols. Er moet ten eerste al heel veel besmettelijk materiaal op de oppervlakte achterblijven (een volle druppel snot zal misschien volstaan). Dat moet ook lang genoeg overleven, in voldoende hoeveelheid op je vinger terechtkomen en vandaar opnieuw in voldoende hoeveelheid in je mond of ogen terechtkomen. Dat blijkt in de praktijk zeer zelden te gebeuren.

Leerzaam over overheidscommunicatie en factcheckers

Moraal van het verhaal is níét dat je je handen niet regelmatig moet wassen. Er zijn wel degelijk heel wat ziekten, zoals E. coli, die op die manier vermeden kunnen worden. Ik heb persoonlijk een (lichte) vorm van smetvrees en moet daar niet van overtuigd worden. Van mij mogen de alcoholgels aan de ingang van elke winkel blijven staan. Maar het is echt niet zo erg om iets aan te raken in de winkel zonder het te kopen, je moet niet panikeren als je vergeten bent je winkelkarretje met alcoholgel in te smeren en het is verloren moeite je boodschappen in quarantaine te plaatsen of te desinfecteren.

Wat vooral leerrijk is, is de traagheid van de overheid om de oorspronkelijke communicatie aan te passen aan nieuw wetenschappelijke inzichten.

Het verhaal leert ook weer iets over de subjectiviteit van zelfbenoemde factcheckers. Die traden op tegen mensen die het bericht verspreidden dat het wassen van de handen eigenlijk niet veel bijdraagt aan de verspreiding van het coronavirus. Vals. Niet delen”, zei Infotagion een ‘onafhankelijk, factcheckingdienst van experten’. ‘Factcheck.Vlaanderen’, de dienst die Benjamin Dalle nog steeds wil uitbouwen tot Ministerie van Waarheid, zegt ook vandaag dat handen wassen één van de meest effectieve manieren is om je risico op infectie te vermijden”. Dat is een incorrecte bewering, maar ze is wel in lijn met wat de overheid communiceert. Ook bij de pagina over desinformatie van de EU wordt het belang van handhygiëne beklemtoond in de strijd tegen corona.

Ik neem deze ‘factcheckers’ niet kwalijk dat ze zich hebben vergist. Ook de best geïnformeerde experten hebben lang blind gevaren. Wat mij ergert is hun pretentie van zekerheid en het feit dat ze zelf zo intolerant zijn voor de (mogelijke) vergissingen van anderen. Het is sinds het begin van de coronacrisis een opvallend fenomeen: informatie vanwege de overheid wordt onkritisch benaderd. Wie twijfels uit, wordt heel gemakkelijk in de hoek van het nepnieuws geplaatst. 

Over de bewering dat het coronavirus in betekenisvolle wijze wordt verspreid via het aanraken van oppervlakten, zegt de huidige stand van het wetenschappelijk onderzoek: “Grotendeels onwaar.” 

PAL Nieuwsbrief

schrijf je gratis in

Blijf op de hoogte met onze dagelijkse nieuwsbrief




Jurist Jurgen Ceder (°1963, Aalst) nam enkele jaren geleden als eresenator afstand van de Belgische politiek om zich toe te leggen op het vaderschap. Vanuit die hoedanigheid overschouwt hij als analist de grote gewapende en culturele conflicten waar de wereld vandaag mee te kampen heeft.

Plaats een reactie

Delen