Uncategorized

Albert Moortgat (1890-1983)

Jan Neckers

Kenners bij dit blad zeggen me dat een speciale Duvel op de markt komt ter gelegenheid van de 150ste verjaardag van de brouwerij Moortgat. Ik ben benieuwd of Albert Moortgat weer ter sprake komt, zoals in het verleden geregeld gebeurde.

Een echte patriarch

Na het vierde middelbaar mocht ik kiezen: een reis naar Barcelona of een fiets? Een fiets natuurlijk en mijn eerste korte ritjes buiten Mechelen gingen naar het Rubenskasteel van Elewijt en het fort van Breendonk. Dat in dat dorp ook een brouwerij stond, wist ik niet. Stamvader Jan Leonard stichtte het bedrijf in 1871; een van de ongeveer 3.500 brouwerijen die het land telde. Hij werd een dorpsnotabele die er ook nog het eersteschepenambt bij deed. Een Brusselse graaf met een Breendonks kasteeltje speelde burgemeester. Oudste zoon Jozef Moortgat deed brouwersstudies en begon met de expansie buiten Breendonk en buurgemeenten en introduceerde de modernste technologie. Een andere zoon trok naar Brussel om het depot te leiden en reclame te maken. Jongste zoon Albert bevoorraadde de omgeving. In 1914 sloeg het noodlot toe. In februari stierf Jozef Moortgat, 39 jaar jong. De 24 jarige Albert had alle initiatieven van oudere broer gevolgd en volgde hem op. Dan volgde een nieuwe ramp. In Breendonk stond een fort dat deel uitmaakte van de gordel rond Antwerpen. Bij het begin van de Eerste Wereldoorlog werden alle gebouwen in het schootsveld afgebroken. Maar de Belgische artillerie had een reikwijdte van 8 kilometer en de Duitse eentje van 10 kilometer. De Duitsers schoten vervolgens een deel van het fort en het dorp in puin zonder dat een Belgische obus in hun buurt kwam. De brouwerij overleefde, al werd gefluisterd dat dit deels te danken was aan de goede relaties met de bezetter. Albert zette na de Eerste Wereldoorlog met veel succes het werk van zijn overleden broer verder. Hij kocht onder meer Schotse gist die de basis van een sterk bier werd dat een kennis “een echte duvel” noemde en het beestje had zijn naam. Hij vernieuwde en vergrootte de fabriek voortdurend en ging in de dorpspolitiek. De Duitsers hadden het kasteeltje stuk geschoten en voortaan bleef de graaf in Brussel. De familie was inmiddels eigenaar van vele cafés en de belangrijkste werkgever van het dorp. Bij de verkiezingen van 1921 werd Albert Moortgat met een katholieke lijst gemakkelijk burgemeester. Verkiezing na verkiezing werd hij herkozen. Moortgat was  een echte katholieke patriarch die twaalf kinderen kreeg tussen 1918 en 1933 en die autoritair bedrijf en gemeente leidde; typisch voor de mentaliteit van de interbellumgeneratie bij wie gezag en orde hoog in het vaandel van zowel links als rechts stonden. Maar Moortgat werd geen Franstalige bourgeois en vervreemde niet van zijn volk. Hij was een gulle gastheer voor literaire Vlaams-nationalisten als Felix Timmermans, Bert Peleman, Wies Moens en Filip De Pillecijn. Meer en meer helde hij zoals zij naar het autoritaire VNV waar hij (waarschijnlijk geheim) lid van werd. Dat kon nog. In Mechelen (Breendonk hoorde bij het arrondissement) werden in 1938 nog twee VNV’ers en twee Rexisten op de katholieke lijst voor de gemeenteraadsverkiezingen verkozen. Twee jaar later begon het drama.

De fatale advertentie

Op 11 juli 1940 verscheen in de VNV-krant Volk en Staat een advertentie die het bedrijf tot vandaag achtervolgt: “Een Volk! Een Staat! Een Bier Moortgat’s Bier”. Moortgat kwam nu openlijk uit voor zijn gezindheid, werd zoals veel VNV’ers een tijd lid van de DeVlag en had een abonnement op De Nationaal-Socialist (het blad van de Eenheidsbeweging VNV-Verdinaso-Rex). Sturmbannführer Philip Schmitt, commandant van het fort (en later een jaar van Dossin) logeerde even bij hem, maar kwam ook later geregeld over de vloer om zaken te kopen of door de gemeente te laten leveren, die het kamp omvormde in een gevangenis. Het verhaal van de gruwelen van Breendonk is bekend en Moortgat wist wat er gebeurde, maar was volgens Schmitts naoorlogse getuigenis onmachtig. Dank zij Moortgats bemiddeling leverde een liefdadigheidsinstelling voedsel en kleding aan het kamp; een groot deel werd door de Duitsers verkocht op de zwarte markt. Moortgat zette zich in om zoveel mogelijk Breendonkenaars te behoeden voor de verplichte tewerkstelling in Duitsland. Vanaf de Duitse nederlaag bij Kursk in de zomer van 1943 zamelde hij dankbriefjes in; een bewijs dat hij er niet gerust in was. Jeanne de Bruyn, hoofdredacteur van Volk en Staat, voorspelde in haar krant: ”Wij zullen… in de Koncentratiekampen gestopt, tot levenslangen dwangarbeid veroordeeld, doodgeschoten, opgehangen, geradbraakt, levend gevild en dan met zout bestrooid worden.” Twee dagen na de bevrijding werd Moortgat gearresteerd en in het kamp opgesloten, dat in handen van plaatselijke verzetsstrijders was. Vijf weken lang werd er geslagen en gefolterd; soms op een manier die vroegere gevangenen deed denken aan hun eigen behandeling door Vlaamse SS’ers.

Geen schuldgevoel en verbitterd

Uit zijn gevangenisdagboekjes blijkt dat Moortgat niet het minste schuldgevoel had en overtuigd was van zijn “politiek van het minste kwaad”. Hij was razend op de Mechelse katholieke politici die hem natuurlijk lieten vallen, maar hij vond troost in zijn geloof. Hij kreeg in eerste aanleg vier jaar gevangenis, wat naar de normen van die tijd weinig was. Buiten zijn goede relaties met de Duitsers werd het hem kwalijk genomen dat verschillende van zijn kinderen collaboreerden. Eén van zijn schoonzusters getuigde tegen hem en hij had natuurlijk het nadeel dat Breendonk inmiddels een symbool geworden was. In beroep kreeg hij er nog een jaar bij, maar hij kon goede advocaten betalen en werd eind augustus 1947 vrijgelaten uit het Klein Kasteeltje in Brussel. Achter de schermen bestuurde hij verder met de familie zijn brouwerij die altijd maar succesvoller werd met speciale bieren en met overnames. Hij bleef Vlaamsgezind en hij was verbitterd, al beterde dat in de loop der jaren. Een maand voor zijn overlijden in september 1983 riep Breendonk hem uit tot ereburgemeester. Zijn zonen Bert en Marcel en de neven Leon en Emile hadden ondertussen de brouwerij overgenomen.

Brouwerij Moortgat was toen een van de bedrijven die adverteerde in ’t Pallieterke (“Het blad van de fascisten in België” stond in een Nederlands antifa-pamflet over de brouwerij).  Toen Bert Moortgat zich in 1994 volledig terugtrok uit de brouwerij, werd het bedrijf overgenomen door de Brusselse tak onder leiding van Michel Moortgat. Prompt maakten de Brusselaars een einde aan de advertenties in ‘t Pallieterke.

Tezelfdertijd werden wegens de opgang van het Vlaams Blok de oorlogsgruwelen opgerakeld. Kwaadaardige politieke concurrenten als de liberalen Dewael en De Gucht deden alsof het nazisme voor de deur stond  en bestempelden mensen als racisten en crypto-nazi’s omdat ze hun wijken zagen veranderen en geregeld het slachtoffer werden van allochtone criminaliteit. Ook de brouwerij kreeg haar deel, want het verleden rustte niet. De Brusselse eigenaars werden beschuldigd het VB te financieren. Totaal uit de lucht gegrepen en een woeste ontkenning volgde. De ‘correcte’ media als De Morgen maar ook Het Laatste Nieuws deden mee aan wat in 2005 op een georkestreerde hetze geleek. Vlaanderen haalde eens de schouders op, maar het buitenland werd een steeds groter afzetgebied en daar was het op eieren lopen. Vooral in Nederland ging men op de barricaden staan. Na een tijdje bleek dan dat de kwaliteit van het bier het toch haalde, maar helemaal gerust zullen de eigenaars niet zijn bij de 150ste verjaardag.

PAL Nieuwsbrief

schrijf je gratis in

Blijf op de hoogte met onze dagelijkse nieuwsbrief




Historicus Jan Neckers is een graag gelezen auteur op PAL NWS en 't Pallieterke. Jan kreeg vooral bekendheid als journalist en producer van historische reeksen bij de openbare omroep. Neem even een stapje terug van de waan van de dag, en ontdek tal van interessante artikels over kunst en geschiedenis.

Plaats een reactie

Delen