De N-VA schaart zich achter de oproep van huisartsen om te vaccineren per leeftijdsgroep, in plaats van voorrang te geven aan risicopatiënten. Dat schrijven een aantal N-VA-Kamerleden in een opiniestuk op Knack.
De Hoge Gezondheidsraad besloot vorige week welke risicopatiënten voorrang krijgen bij het vaccineren: 45- tot 64-jarigen met chronische longziekten, hart- en vaatziekten, neurologische aandoeningen, diabetes of kanker, en 18- tot 64-jarigen met bloedkanker en chronische lever- en nierziekten. Het gaat om zo’n 1,5 miljoen Belgen, waarvan 800.000 Vlamingen.
Niet alle huisartsen, die samen met de mutualiteiten de lijsten moeten opstellen, zien dat plan echter zitten. Het Vlaams Artsensyndicaat (VAS) pleit ervoor om te werken per leeftijdsgroep. Dat zou logistiek eenvoudiger zijn, is objectiever en “is qua morbiditeit en mortaliteit bij Covid-19 de meest determinerende factor”.
“Alles is communautair, ook vaccinatie”
De oproep krijgt bijval van N-VA-Kamerleden Kathleen Depoorter, Frieda Gijbels en Yoleen Van Camp. “Alles is communautair, ook vaccinatie”, schrijven zij in een opiniestuk op Knack.
De N-VA’ers vrezen dat Franstalig België – met name Brussel – achterop dreigt te gaan hinken met vaccineren, wat op zijn beurt ook een impact zal hebben “voor het rijk der vrijheid (ook voor de Vlaamse burger) en bij uitbreiding onze zorgverleners, ziekenhuizen, economie en – last but not least – de factuur van onze gezondheidszorg”.
Depoorter, Gijbels en Van Camp wijzen op het feit dat een op drie Brusselaars geen vaste huisarts heeft. Ook beschikt minder dan 60% van de patiënten daar een Globaal Medisch Dossier. Dit zorgt ervoor dat het in Brussel moeilijker is om risicopatiënten te bepalen. Bovendien is de vaccinatiebereidheid in Brussel en Wallonië kleiner dan in Vlaanderen.
“Gezond verstand”
“Het lijkt bijgevolg een eenvoudige kwestie van gezond verstand om de discussie omtrent de prioritering van risicopatiënten achterwege te laten en zo spoedig mogelijk iedereen te vaccineren, van oud naar jong, het hoofddoel van de zo snel mogelijke verlichting van de druk op de ziekenhuizen indachtig en de weg van de minste weerstand kiezend”, klinkt het.
“Bovendien bestaat er op die manier ook minder gevaar op stigmatiseren van mensen met een onderliggende aandoening, die eerder worden opgeroepen”, schrijven de drie Kamerleden.
