De premier mag wegblijven
Op de agenda van de Kamer stonden vorige donderdag vijf interpellaties – van vijf oppositiepartijen – gericht aan de eerste minister aangaande de grondrechten en het ontbreken van het democratisch debat met betrekking tot de coronamaatregelen. Aan Vlaamse kant waren het Barbara Pas (VB) en Peter De Roover (N-VA) die zich behoorlijk mistevreden toonden over het feit dat Alexander De Croo niet zou antwoorden, maar dat overliet aan Annelies Verlinden, minister van Binnenlandse Zaken. Zij klaagden vooral aan dat de premier wél in alle televisiestudio’s uitleg en verklaringen geeft bij allerhande vragen van journalisten, maar in het parlement, waar de vertegenwoordigers van het volk ook vragen willen stellen, zijn kat stuurt.
Peter De Roover diende dan ook een ordemotie in om op basis van artikel 100 van de Grondwet en artikel 50 van het Kamerreglement de aanwezigheid van de premier te vorderen. Met een brede glimlach bij de meerderheidspartijen werd de motie weggestemd.
Grondrechten en democratisch debat
Toen de parlementsleden daarna niet anders konden dan hun interpellaties aan Verlinden te richten, stelden zij dat het parlement telkens weer achter de feiten holt en dat de democratie daardoor uitgehold wordt. De Roover verwees naar de ministeriële besluiten waarover geen woord werd gedebatteerd. In die zin stelde hij dat het erger geworden is sinds de regering-Wilmès. Die vroeg nog volmachten aan het parlement, terwijl deze regering ze gewoon neemt door ze boudweg mee te delen in ministeriële besluiten.
Barbara Pas stelde dat CD&V eigenlijk doet wat ze zelf verwerpt en verwees daarbij naar de webstek van CD&V waarop een zekere Kris Peeters liet noteren: “In heel wat landen hebben regeringsleiders door de coronacrisis noodbevoegdheden gekregen. Die verhogen de controlemogelijkheden van de staat. Vaak negeren ze daarbij de mensenrechten en het machtsevenwicht tussen burgers en staat. (…) Daardoor riskeren de mensenrechten en de politieke rechten geschonden te worden. De pandemie van het coronavirus vormt zo een ernstige bedreiging voor de democratie”.
Als klap op de vuurpijl stelde ze dat de ophanden zijnde pandemiewet en zelfs een ‘sanitaire noodwet’ die in de maak zou zijn in de pers worden vermeld, maar in het parlement onbesproken blijven, waardoor de parlementaire controle wel ernstig in het gedrang komt. Het bleek voor de minister en dus voor de – volgens Maggie De Block althans – “een en ondeelbare regering” allemaal geen probleem te zijn. En over het Peeters-citaat zei ze: “Wat u citeert, is een citaat over regimes die niet de onze zijn”.
Kat en muis
Onlangs lag er in de alom gekende, maar tegenwoordig verlaten koffiekamer van de Kamer een dode muis onder een tafel. Een vrouwelijk Kamerlid dat zich een hoedje schrok, maakte er een foto van, stuurde ons die op en maakte zich snel uit de voeten. Straffer nog: een week later lag het beestje er nog altijd. En nog sterker: in diversie fractielokalen zijn ook al muizen gesignaleerd, op zoek naar koekjesvoorraden en ander lekkers. Zelfs de poetsvrouwen/-mannen klagen over ongedierte dat ze zien wegspurten op alle mogelijke plekken. Zou dat komen omdat er tegenwoordig haast geen kat meer te zien is in het Paleis der Natie?