Amerikaanse stad Baltimore vervolgt niet langer bepaalde niet-gewelddadige misdaden

In de Amerikaanse stad Baltimore, Maryland zal de politie bepaalde kleine misdaden zoals drugsbezit niet langer bestrijden, dat verklaart openbare aanklager Marilyn Mosby. Er is besloten om de verminderde vervolging van niet-gewelddadige misdaden tijdens de coronapandemie verder te zetten omwille van veelbelovende misdaadcijfers.

Mosby laat in een persbericht weten dat de maatregelen ongeveer een jaar geleden waren genomen om de verspreiding van COVID-19 in de gevangenissen tegen te gaan. Concreet worden drugsbezit, prostitutie, maar ook kleine verkeersovertredingen en publieke ontlasting niet langer vervolgd. “Vandaag eindigt de oorlog tegen drugsgebruikers in de stad Baltimore.”, verklaarde de openbare aanklager. “We laten een tijdperk van zware misdaadvervolging en een nultolerantiebeleid achter ons, en confirmeren niet langer met de status quo om, in de eerste plaats ‘people of color’, te criminaliseren voor verslaving.”

Volgens het persbericht is er geen enkele reden om de maatregelen ongedaan te maken. Ondanks een algemene trend van verhoogde misdaadcijfers in de VS, zijn de cijfers in Baltimore eerder gunstig. Concreet gaat het om een vermindering van 36% van vermogensdelicten, zoals inbraken en diefstallen, en een vermindering van 20% van gewelddadige misdaden.

Black Lives Matter

Baltimore is gelegen in de staat Maryland aan de Oostkust van de VS. Reeds decennialang gaat deze stad gebukt onder armoede en misdaad, de moordcijfers in Baltimore zijn bij de hoogste in Amerika. De dood van Freddie Gray in politiehechtenis voedde de Black Lives Matter-beweging in Baltimore vanaf 2015. Het aantal moorden is sinds dat jaar consequent boven 300 per jaar, de hoogste cijfers ooit. Volgens sommigen is dit een resultaat van een verminderd politieoptreden in zwarte probleemwijken naar aanleiding van het succes van BLM.