Assisenjury beslist: Tot 29 jaar cel voor roofmoord

Donderdag heeft de Assisenjury in Antwerpen 29, 28 en 23 jaar cel opgelegd aan drie Roemenen die terecht stonden voor het plegen van een roofmoord. De drie mannen doodden en bestalen op 20 mei 2018 een mentaal gehandicapte man. De veroordeling komt overeen met wat de openbaar aanklager vorderde. Het was vooral de handicap en het buitensporig geweld dat de jury tot zware straffen deed overtuigen.

“Zelden heb ik zo’n laffe roofmoord gezien”, klonk het donderdagmiddag bij openbaar aanklager Björn Backx. “Gedreven door geld hebben ze het slachtoffer, gezien zijn mentale en fysieke beperking een makkelijke prooi, op een vreselijke manier toegetakeld en achtergelaten. De laatste momenten van Leo’s leven moeten vreselijk geweest zijn. Hij stond vol kneuzingen, liep verschillende ribfracturen én een gebroken neus op. Daarna werd hij ook nog eens gekneveld in de slaapkamer achtergelaten. Op het einde moet de weerloze Leo nog even beseft hebben dat het met hem gedaan was.”

Verzachtende omstandigheden

Aanklager Bax vorderde desondanks geen levenslange celstraf voor de drie mannen. Elkeen kreeg verzachtende omstandigheden toegekend. Zo hadden ze alle drie een blanko strafblad, zowel hier in België als internationaal, en dat pleitte in hun voordeel. Voor Fernando-Marius, die 28 jaar cel opgelegd kreeg, werd zijn moeilijke jeugd in rekening genomen. “Zijn opvoeding liet duidelijk te wensen over. Hij had geen positief voorbeeldfiguur, miste aandacht en geborgenheid en dat heeft ongetwijfeld een impact gehad op zijn persoonlijkheid”, luidde het bij Backx.

Sergiu, die 23 jaar kreeg opgelegd, werd de verzachtigde omstandigheid van zijn jonge leeftijd toegekend. “Sergiu is beïnvloedbaar, heeft een beperkte maturiteit, weinig zelfvertrouwen en wordt als een meeloper aanzien. Hij gedraagt zich in de gevangenis en in tegenstelling tot bij Fernando en Sorin zit agressie niet verankerd in zijn persoonlijkheid.” De man was slechts 19 jaar op het moment van de feiten.

De advocaten van de beklaagden hoopten op meer verzachtende omstandigheden.  “Ik vraag om ook met zijn medewerking aan het onderzoek rekening te houden. Hij was de eerste om verklaringen af te leggen. Ook zijn blanco strafblad mag in zijn voordeel spreken, zeker als je rekening houdt met de barre omstandigheden waarin hij opgroeide en het feit dat hij zo goed als geen opvoeding kende”, pleitte meester Jan De Man bijvoorbeeld. Ook meester Walter damen vroeg om ‘mildheid, redelijkheid en een tweede kans’ voor zijn cliënt. “Hij draagt dit met zich mee en heeft spijt, niet alleen voor zichzelf, maar zeker ook voor het slachtoffer.”