Een onderzoek van de Ierse gezondheidsdienst HSPC bevestigt eerdere internationale onderzoeken over de kleine kans om in de buitenlucht besmet te raken met het coronavirus. Ierland is het eerste land dat accuraat onderzoek doet hiernaar en stelde vast dat amper 0,1% van de besmettingen buitenshuis gebeurde. De schreeuw voor het toelaten van meer buitenactiviteiten wordt daarmee nog luider.
Eerdere onderzoeken toonden al aan dat de kans om buiten besmet te raken een stuk kleiner is dan binnen. Dat komt omdat de virusdruppeltjes waarmee virussen verspreid worden in de buitenlucht niet kunnen ophopen, en men dus enkel besmet kan raken indien die druppeltjes recht in iemand’s gezicht komen, bijvoorbeeld wanneer mensen dicht bij elkaar staan te praten en daarbij druppeltjes mee naar buiten komen. Binnen kan dat ook door zogenaamde aerosols, opgehoopte vloeistofdruppeltjes.
De Ierse gezondheidsdienst deed onderzoek en zag die stelling bevestigd. Er werden meer dan 232.000 besmettingen onderzocht en daarvan bleken er maximum 262 buitenshuis gebeurd te zijn. Dat is ongeveer 1 op 1000 of 0,1%. Van die 262 besmettingen was ongeveer de helft afkomstig van bouwwerven waarbij arbeiders besmet raakten op het werk, maar die besmettingen zouden ook kunnen hebben plaatsgevonden tijdens het vervoer of tijdens werken binnen. Mogelijks gaat het dus om nog minder besmettingen buitenshuis.
Ondanks het feit dat bewezen is dat besmettingen buitenshuis een bijzonder klein aandeel hebben in de coronacijfers, blijven veel buitenactiviteiten tot op de dag van vandaag verboden. Het zogenaamde buitenplan dat premier Alexander De Croo aankondigde en dat in zou gaan op 1 april, werd na het vorige Overlegcomité geschrapt. Daarnaast werd ook de buitenbubbel terug verkleind en blijft het voor volwassenen onmogelijk in teamverband buiten te sporten. Op sociale media wordt opgeroepen om buitenactiviteiten opnieuw meer toe te laten en het beleid te baseren op cijfers.
