De carrière van Michel Verschueren leest als een trein. Vandaag: de transfer van Marc Degryse van Club Brugge naar Anderlecht. We schrijven 1989.
“Die transfer was geen sinecure”, aldus Mister Michel. “De blauw-zwartsupporters wilden ‘Marcske’ overal, maar niet in Brussel. Constant Vanden Stock was een zeer voorzichtig zakenman en voetbalkenner. Zijn investeringen waren altijd berekend, hij nam geen enkel risico. Ik zie ons nog zitten in de enorme villa van Michel Van Maele, de meedogenloze zakenman en burgemeester van Sint-Michiels Brugge. Hij was de grote baas achter de schermen bij Club Brugge.
De burgemeester en de brouwer, twee echte ‘vossen’. Ik had die gesprekken moeten opnemen! Het was de derde keer dat we gingen onderhandelen over de toekomst van Degryse. Men kwam tot een akkoord: 90 miljoen Belgische frank, nu een dikke 2,2 miljoen euro. Op de terugweg naar Brussel was de voorzitter er niet gerust in. Ik hoor het hem nog zeggen: “Verschueren, hebben we niet teveel betaald?”
Antoine Vanhove was de rechterarm van Van Maele. Ik kwam dan ook veel in contact met de brave man. Ik heb slechts één keer ruzie met hem gemaakt. Antoine was gek van de duivensport. Elk van zijn duiven had de naam van een speler van Club Brugge. Raoul Lambert was zijn populairste wedstrijdduif. Ik had Toine, in een of andere krant, ‘de duivenmelker’ genoemd. Ook durfde ik in een restaurant wel eens een duifje bestellen, dat vond hij erg, zeer erg… Brave mens!
Je maakte de affaire-Bellemans mee?
“Dat zal wel! Nadat onderzoekrechter Bellemans iets had gevonden bij Jef Jurion, werd iedereen onder de loep genomen. In mijn bureau op Anderlecht stonden ineens tien politiemannen, die alles doorsnuffelden maar niets vonden. Bij mij thuis kreeg ik ook een bezoekje, zelfs mijn schoonouders werden lastiggevallen. ‘s Middags vroegen ze of er een zwarte kas was bij Anderlecht. Toen ik ontkende moest ik mee naar Halle waar ik mijn broeksriem, veters en das moest uitdoen. Toen gingen ze mijnheer Constant halen, een mens toen van 70 jaar. Van een voorkeursbehandeling was zeker geen sprake, integendeel. Men stelde hem dezelfde vraag: is er een zwarte kas in Anderlecht? En ze voegden er aan toe: “Als je ook van niks weet, dan kun je bij Verschueren in ‘ t kot gaan zitten.” Lichtjes van zijn stuk gebracht antwoordde Vanden Stock: “Een ‘kaske’, maar er is maar ene die weet hoe dat marcheert en dat is Verschueren”… Maar feitelijk was heel die situatie een storm in een glas water! Die periode was toch het minpunt in mijn loopbaan.”