Het is ondertussen al de tiende dag op rij dat in Colombia mensen massaal op straat komen om te protesteren tegen de regering van Iván Duque. Betogers hebben in verschillende steden bussen in brand gestoken en winkels geplunderd. In totaal kwamen er al 24 mensen om het leven bij de manifestaties. De Colombiaanse betogers krijgen steun vanuit steden als New York, Madrid en Brussel.
Colombiaans minister van Financiën, Alberto Carrasquilla, diende maandag zijn ontslag in. Die beslissing komt er één dag nadat president Ivan Duque – van de conservatieve partij ‘Centro Democrático’ – zijn voorstel tot belastinghervorming had ingetrokken wegens het massaal protest in de Colombiaanse steden.
Volgens de betogers zou de hervorming vooral de armeren en de middenklasse treffen. Voor de regering is het plan evenwel noodzakelijk om het “plan tot basisinkomen” te financieren. Zo zou de nieuwe fiscale wetgeving een btw-verhoging doorvoeren. Tegenstanders trokken ook de straat op om een verdere privatisering van de gezondheidszorg te stoppen. Die laatste plannen vielen erg slecht gezien de huidige Covid-toestand. Bovendien zou de wetgeving door het parlement gejaagd worden, zonder al te veel mogelijkheid tot debat.
Op 5 mei poogden de betogers gewapenderhand om het Congres in te nemen, wat enigzins deed terug denken aan de toestanden in Washington van eerder dit jaar.
Door het felle protest besliste president Duque zondag de maatregel in te trekken ‘om zo snel mogelijk te werken aan een nieuw project’. Niettemin wil de regering niet de verantwoordelijkheid nemen voor alle politiegeweld van de voorbije dagen. Volgens de regering zou een belangrijk aantal van de dodelijke slachtoffers te wijten zijn aan criminele inmenging van drugkartels en linkse guerrilla. Zij zouden gebruik maken van de chaos.
