Er bestond er in het begin van mijn voetbalcarrière nog geen winterstop. Het moest al erg, wat zeg ik, heel erg geweest zijn voor een match werd uitgesteld. Een algemene afgelasting was helemaal uit den boze. Volgens mij is dat toen ik nog voetbalde maar één keer gebeurd.
Op een vrijdagmorgen moesten we trainen. We hoorden dat alle wedstrijden in België waren uitgesteld, dus hadden we een vrij weekend. Maar dat was buiten Johnny Dusbaba gerekend, de man van de louche zaakjes. Hij vertelde ons dat hij het zo kon regelen dat we konden deelnemen aan een zaalvoetbaltoernooi in Den Haag. We zouden logeren in Scheveningen aan de kust. De reis, het hotel, het eten, alles was betaald, en we kregen erbovenop 625 euro de man. Anderlecht had er blijkbaar ook geen problemen mee. Ik was er niet gerust in, want Johnny was een sjacheraar.
Maar alles kwam schijnbaar in orde en ‘s zaterdagsmorgens namen we de trein richting Den Haag. Johnny Dusbaba, Arie Haan, Ruud Geels, Hugo Broos, Swatje van der Elst en ikzelf waren van de partij. We hadden wel geen doelman mee, maar daar ging Dusbaba ter plaatse voor zorgen, geen probleem!
Toen we in de sporthal waar het toernooi werd gespeeld, aankwamen, schrok ik mij een bult. Onze tegenstrevers waren allemaal ploegen uit de Nederlandse Eredivisie, waaronder AZ, getraind door ene George Kessler. Amateurelftallen had Johnny ons voorgehouden, een makkie. Ja, in zijn dromen. Elke ploeg had minimum vijftien spelers mee en een volledige medische staf. Wij waren met zes en we hadden nog steeds geen keeper!
20 kilogram overgewicht
Een kwartier voor de eerste match kwam Dusbaba de kleedkamer binnen en zei: “Hier, onze doelman, Heinz Stuy, ex-Ajax en Europacup I-winnaar!” Ik dacht meteen: dat kan wel zijn, maar in welk jaar? Die man leek wel vijftig en hij sleepte zeker twintig kilo overgewicht mee.
Niet te geloven, maar wij wonnen onze eerste twee matchen. Gelukkig ging het maar om wedstrijdjes van tweemaal vijftien minuten, met vijf spelers per ploeg plus een doelman. Wij waren maar met zes veldspelers; veel wisselen konden wij vergeten. We renden ons suf.
De volgende dag hadden we een probleem. Johnny had maar voor één uitrusting gezorgd en na de eerste dag stonk die naar het zweet. Toppunt: we speelden de finale tegen AZ, en verloren op het nippertje. Uitgeput kwamen we in Brussel aan. We dachten, alles oké… Vergeet het maar! Toen we de maandag op Anderlecht arriveerden, stond het kot in brand! Onze escapade was gelekt. We moesten onmiddellijk bij Mijnheer Constant komen. De voorzitter was woedend.
Wij hebben nog moeten bijleggen, bij de 625 euro die we hadden ontvangen, om de boete te kunnen betalen.
Ik ben nog steeds benieuwd naar de som die Dusbaba heeft opgestreken om ons naar Nederland te brengen…..