Het stedelijk Designmuseum, in het hartje van Gent, krijgt een nieuwe vleugel. De plannen werden deze week voorgesteld. Na de ‘schaapstal’ aan de voet van het Belfort en de geplande nieuwbouw tegen de vestingmuur van het Gravensteen, staat opnieuw een opvallend modern gebouw in de steigers dat het uitzicht van het historisch centrum grondig zal wijzigen.
De discussie over het Gravensteen is nog niet voorbij. Actievoerders hebben nog enkele weken de tijd om een alternatief plan in te dienen zonder een gat in de omwalling of een modern paviljoen tegen de oude burcht aan. De kans dat het stadsbestuur hun plan zal aanvaarden, is bijzonder klein. Ondertussen gaan de voorbereidingen voor de werken gewoon door.
Ondertussen dient zich al een nieuw dossier aan. Deze week werd een nieuwe vleugel voor het Designmuseum voorgesteld inclusief een moderne ‘toren’, ‘een aanvulling van de historische torenrij’, een ‘landmark’ dat boven de omringende huizen uitsteekt en goed te zien zal zijn onder meer vanop de Graslei (kant Hooiaard). Het is geen echte toren, maar een rechthoekig blok. “Ding” heet het (Design in Gent) en bezoekers zullen vanuit “Ding” een mooi panoramisch zicht hebben op het centrum. De nieuwbouw kost vijftien miljoen euro. Het ontwerp werd, net als dat voor het Gravensteen, gekozen via een oproep van de Vlaamse Bouwmeester. Het lokte al enkele negatieve reacties uit. Moderne elementen moeten mogelijk zijn, antwoordt het stadsbestuur, Gent is geen openluchtmuseum. Ze herinneren er graag aan dat een deel van de mooie gevels op de Graslei aanpassingen zijn uit de negentiende eeuw. Daar kijken ze op neer (waarom?). Feit is dat het zicht op die Graslei en de Gentse torens, gezien vanop de Sint-Michielshelling, Gentenaars ontroert en toeristen van over de hele wereld naar Gent lokt. Met “Ding” komt er een uitzichtpunt bij, zo pikt het Designmuseum een graantje mee van dat toerisme. Commercieel niet slecht gezien.
De Leopoldskazerne ‘breekt uit’
De Gentse Leopoldskazerne aan het Citadelpark, een bakstenen militair gebouw in ‘Belgische stijl’, is onroerend erfgoed. Op dit moment is het een grote werf. De muur langs de Charles de Kerckhovelaan is gesloopt en grote betonnen constructies worden op de binnenpleinen en tegen de bakstenen torentjes gezet. De provincie Oost-Vlaanderen bouwt er een nieuw provinciehuis met kantoren, vergaderruimtes en een provincieraadszaal. In de rest van de oude kazerne komt een groot hotel en een ‘nieuwe stadswijk’ met honderd luxeappartementen en woningen. Het blijft verbazen wat de overheid zichzelf allemaal toestaat. De vele Gentenaars die aan hun beschermde gevel geen likje verf mogen wijzigen, moeten toch raar opkijken van wat er allemaal is toegelaten wanneer het een overheid goed uitkomt en vooral wanneer er veel geld mee te verdienen valt.
Gent worstelt met zijn erfgoed
Vorige zomer dreigde een grote schouw van het stadhuis in te storten; een tijdlang moest de Hoogpoort worden afgesloten. De renovatie van het stadhuis lijkt stilaan een honderdjarenplan. Dit jaar in april moest het Groot Vleeshuis onverwacht de deuren sluiten. Het is zo bouwvallig dat het dreigt in te storten. Dit zat eraan te komen. Het Groot Vleeshuis heeft een grondige renovatie nodig, maar dat wordt altijd weer uitgesteld. Af en toe wordt het dak wat opgelapt of wat losse stenen in de muren weer vastgezet. Wil de stad het middeleeuws gebouw (waar de hespen aan de dakbalken hangen) nog redden, dan moet er nu gehandeld worden. Een maand later was het de beurt aan het Belfort, de torenspits kreeg een noodrenovatie. Het Caermersklooster in het Prinsenhof wordt waarschijnlijk verkocht, krakers zijn er ingetrokken om dat te verhinderen. Het lijstje is nog lang: de Berg van Barmhartigheid in de Abrahamstraat, de Drongenhofkapel… Gent heeft zoveel historisch erfgoed, maar dat werd niet – of niet goed – onderhouden. Van zoveel gebouwen weet de stad niet wat ermee te doen. Schepen Watteeuw beloofde een ‘masterplan historisch patrimonium’ op te maken… Ook daarop blijft het wachten.