Natuurlijk is het rituele knielen in het voetbal een politieke daad. Naarmate het ongenoegen en boegeroep toenemen over het gênante gebaar dat verschillende West-Europese ploegen voor elke match stellen, proberen commentatoren de band door te knippen tussen het knielritueel en de extremistische Black Lives Matter-beweging. Dat lukt echter niet te best.
Volgens de UEFA is de knieval alleen een gebaar tegen racisme. Lukaku, die vroeger verschillende keren expliciet naar BLM heeft verwezen, heeft van het knielen nu al een algemene oproep tot respect gemaakt: “Niet alleen voor de zwarte gemeenschap, ook voor de vrouwen. Kleur, seksualiteit, geloof, maakt niet uit. Iedereen moet gerespecteerd worden.” Gareth Southgate, de trainer van het Engelse team, de ploeg die voortrekker was in ‘taking the knee’, verklaarde, na groeiend protest vanwege de Engelse supporters, dat het knielen eigenlijk geen politieke betekenis heeft.
Daarmee zijn ze even overtuigend als iemand die een Hitlergroet brengt en zegt dat hij eigenlijk een olympische groet wil uitbrengen. Het knielen voor de match kwam er in de nasleep van de dood van George Floyd en is steeds expliciet een gebaar van steun voor BLM geweest. Dat is ook nu nog het geval. “Dus gingen de Rode Duivels in de vijandige omgeving van het Krestovsky Stadium gewoon door de knieën voor Black Lives Matter”, schreef HLN vorige week na de match tegen Rusland. “De spelers blijven campagne voeren voor Black Lives Matter”, staat te lezen op VoetbalBelgië.be. Iedereen weet goed genoeg hoe dit ritueel is ontstaan en wat het betekent. Het is een teken van steun voor een beweging en een ideologie waarvan het extremisme en het racisme steeds moeilijker te negeren is.
Voetbal is een volkssport. Na de corona-ellende snakken vele mensen naar het ontspannende plezier dat voetbal kan bieden. Verpest dit niet door een verdelende woke-ideologie in het stadion binnen te brengen. Moderne voetballers, met hun divagedrag, met hun obsceen hoge lonen en met een bekwaamheid in belastingontduiking die even groot is als hun voetbaltalent, zijn niet bepaald de meest geschikte personen om moraliteitslessen te geven aan de samenleving.
De huidige topvoetballers zijn al lang niet meer de volksjongens van de generaties van Coppens, Van Moer en Ceulemans. Als ze de afstand met hun achterban ook nog gaan vertalen in dit soort politiek correcte deugdvertoon dat we al kennen van geprivilegieerde Hollywood-acteurs en rijke muzieksterren, zal dat zich op termijn tegen hen en tegen het voetbal keren.