Na een sluiting van vijf maanden is Mu.ZEE in Oostende heropend. Het gebouw, een voormalig grootwarenhuis, is grondig aangepakt en de collectiepresentatie is helemaal vernieuwd.
Begin de jaren 1950 ontwierp architect Gaston Eysselinck in de Romestraat in Oostende “De Coo”, het grootwarenhuis met de indrukwekkende glazen gevel van de coöperatieve Spaarzaamheid Economie Oostende. In 1981 ging die failliet en vijf jaar later kreeg het Provinciaal Museum voor Moderne Kunst er onderdak, na omzwervingen langs Brugge en Ieper. Nadien vond ook de collectie van het Oostendse Museum voor Schone Kunsten de weg naar het oude warenhuis. De samensmelting van beide verzamelingen (8.000 kunstwerken) werd in 2008 afgerond met de oprichting van Mu.ZEE.
Het gebouw van Eysselinck was niet ontworpen als museum. Mu.ZEE heeft met kunst- en vliegwerk geprobeerd er het beste van te maken, maar het gaf de indruk van een allegaartje aan wanden en kabinetten. De vele muren en andere ruimtelijke ingrepen van de voorbije decennia zijn ontmanteld en de open ruimte van het warenhuis is opnieuw blootgelegd. De oude band met “De Coo” wordt geïllustreerd met foto’s van winkelende mensen in hun coöperatieve, afgewisseld met affiches uit de tijd van toen. Heel opvallend: de destijds dichtgemetselde ‘pakketboot-balkons’ zijn heropend en bieden een mooi zicht over Oostende.
Chronologisch verhaal
Waar het Mu.ZEE eveneens aan ontbrak, was een helder profiel. Er vonden wel boeiende tentoonstellingen plaats, maar waarom zou de bezoeker naar de vaste collectiepresentatie gaan kijken? Het museum gaf recent een antwoord door aan James Ensor, Léon Spilliaert en Raoul Servais, de drie grote kunstenaars van Oostende, een eigen vleugel te wijden. Die vleugels worden nu gebruikt voor tijdelijke tentoonstellingen. Er is resoluut gekozen voor een nieuwe presentatie van beeldende kunst, gemaakt in ons land van 1880 tot vandaag. De tweehonderd kunstwerken zijn chronologisch geordend. Soms wordt een degelijke opstelling afgedaan als een achterhaalde erfenis van de negentiende eeuw, maar ze heeft wel het voordeel dat de bezoeker een duidelijk overzicht en inzicht krijgt.
Twee verdiepingen vol topwerken
Met de presentatie die zich uitstrekt over de volledige eerste en tweede verdieping en de balkons trekt Mu.ZEE de kaart van de eigen collectie. Op de tweede verdieping zijn de werken verzameld uit de periode 1880-1940. Schitterende zelfportretten van James Ensor en Léon Spilliaert verwelkomen de bezoeker, waarna nog veel meer topwerken wachten: “Moederschap”, “De sjees” en “Boerengezin met kat” van Constant Permeke, “Naakt meisje met bloem” van Gust De Smet, “Onweer” van Jean Brusselmans, “De zaaier” van Frits Van den Berghe, naast prachtig werk van onder anderen Albert Servaes, Floris Jespers en Jules Schmalzigaug, plus ten onrechte wat vergeten kunstenaars met werk van rond de jaren 1880 zoals Guillaume Vogels en Euphrosine Beernaert.
De eerste verdieping bundelt kunstenaars van na de Tweede Wereldoorlog. Ook hier is een sterke selectie te zien van schilderijen, beeldhouwwerken en installaties. Paul Delvaux, Roger Raveel, Raoul De Keyser, Pol Bury, Lili Dujourie, Thierry De Cordier, Philip Van Isacker en vele anderen tekenen present.
Deze nieuwe opstelling is de eerste in een meerjarige cyclus waarmee Mu.ZEE haar verzameling wil herwaarderen en verder onderzoeken aan de hand van punctuele wissels, herschikkingen en toevoegingen. Het is een parcours dat loopt tot 2024, wanneer het museum een ingrijpende renovatie zal ondergaan.
Mu.ZEE, Oostende, www.muzee.be