“Op grote schaal bomen kappen en opstoken onder het mom van ‘hernieuwbare energie’ is te hypocriet voor woorden. Vlaams minister van Energie Zuhal Demir (N-VA) twijfelt of de houtstromen voor biomassacentrales de duurzaamheidstoets doorstaat. Demir stelt zich ook al langer vragen over de ‘te grote rol van biomassa’ in het Europese Fit For 55-plan.
Het Europees Recht kwalificeert de verbranding van biomassa als hernieuwbare energieproductie. Op dit moment wordt in Vlaanderen geen overheidssteun meer toegekend aan grootschalige biomassa-installaties. Echter, in 2018 (voor het aantreden van Demir) werd de steunperiode voor biomassacentrale Rodenhuize met een periode van vijf jaar verlengd waardoor ze nog steeds kan rekenen op groenestroomcertificaten. Rodenhuize is een biomassacentrale van NV Max Green, een joint venture van Engie en Ackermans – Van Haaren. Rodenhuize verbrandt biomassa (houtpellets) om elektriciteit te verwekken.
Taiga kaal kappen om in achtertuin op te stoken
Het bedrijf gebruikt voor deze verbranding houtstromen uit Siberië, Canada en Chili: samen goed voor zo’n anderhalf miljoen ton hout. Tot voorheen werden deze houtstromen automatisch goedgekeurd. Daar maakt Demir nu een einde aan.
Daarnaast stelt de minister zich de vraag of de houtstromen verzoenbaar zijn met de duurzaamheidscriteria, en of de houtstromen niet beter geschikt zijn om elders op de wereldmarkt als industriële grondstof te dienen. “Als we extra bossen in Vlaanderen beschermen en planten, kunnen we toch moeilijk toestaan zonder pardon de taiga in Rusland kaal kappen om in onze achtertuin op te stoken. Er moeten zekerheden zijn”, klinkt het bij Demir.