Illustratie

Uncategorized

Lagere scores dan andere jaren op ijkingstoetsen

Wannes Neukermans

Het slaagpercentage voor de ijkingstoetsen met verplichte deelname ligt dit jaar lager dan de voorgaande jaren. Dat blijkt uit resultaten van de Vlaamse universiteiten. Bijvoorbeeld voor de ijkingstoets burgerlijk ingenieur slaagde 37 procent van de deelnemers. Andere jaren ligt het slaagpercentage tussen de vijftig en zestig procent.

De ijkingstoetsen zijn bedoeld als hulpmiddelen bij de overgang van het secundair naar het hoger onderwijs. Aan de hand van meerkeuzevragen krijgt de studiekiezer een beeld van zijn wiskundige en wetenschappelijke vaardigheden en kennis, in verhouding met het verwachte instapniveau van de bacheloropleiding in kwestie. De proef is verplicht voor de opleidingen burgerlijk ingenieur, burgerlijk ingenieur-architect, diergeneeskunde en industrieel ingenieur.

In totaal deden 5.171 studiekiezers mee aan de twee deelnamesessies van 5 juli en 13 augustus. In 2020 waren dat er zo’n duizend minder. De stijging valt grotendeels te verklaren door het verplicht maken van de ijkingstoets voor industriële wetenschappen, waar met 1.629 studiekiezers bijna drie keer meer deelnemers waren. Voor de niet-verplichte ijkingstoetsen waren er dan weer minder deelnemers. “Vorig jaar waren door de coronacrisis alle ijkingstoetsen online”, zegt onderwijsbegeleider Tinne De Laet van KU Leuven. “Nu moesten de studenten weer fysiek naar een campus komen, wat de drempel misschien wat heeft verhoogd.”

Mindere scores op verplichte ijkingstoetsen

Het is wel opvallend dat de verplichte ijkingstoetsen voor de opleidingen burgerlijk ingenieur, burgerlijk ingenieur-architect en diergeneeskunde lagere scores noteerden dan de voorbije jaren. “Normaal gezien mikken we op een slaagpercentage tussen 50 en 60 procent en halen we dat ook”, zegt De Laet. “Daar kunnen verschillende verklaringen voor bedacht worden. Zo is er altijd een schommeling in de moeilijkheid van de vragen mogelijk. Door de coronamaatregelen mocht de toets daarnaast slechts drie in plaats van vier uur duren. Minder vragen kan zorgen voor grotere schommelingen.”

Wie niet slaagt voor de ijkingstoets, krijgt niet automatisch de raad om niet aan de opleiding te beginnen. “Elke deelnemer krijgt genuanceerde feedback, waarin staat dat hij of zij ook rekening moet houden met andere adviezen. Wie bijvoorbeeld goede resultaten haalde in het secundair onderwijs en een positief advies kreeg van de klassenraad, maar slechter scoorde op de ijkingstoets, kan wel geschikt zijn voor een bepaalde studierichting. We geven dan het advies om bepaalde zaken bij te spijkeren of deel te nemen aan een zomercursus.”

Uit de resultaten blijkt alvast dat de gevorderde wiskundige kennis en vaardigheden bij vele studiekiezers nog kan versterkt worden. Naast de individuele feedback zullen de opleidingen aan de Vlaamse universiteiten en de commissies binnen de Vlaamse Interuniversitaire Raad (VLIR) aan het werk gaan met een interpretatie van deze resultaten om gepaste oplossingen te bieden.

PAL Nieuwsbrief

schrijf je gratis in

Blijf op de hoogte met onze dagelijkse nieuwsbrief




Wannes Neukermans (1999) volgt de Vlaamse en nationale politiek op de voet, met een uitgesproken belangstelling voor communautaire thema's.

4 gedachten over “Lagere scores dan andere jaren op ijkingstoetsen”

  1. We stonden aan de top. Tot iedere minister van onderwijs dit zitten hervormen heeft. Toppunt was het onderwijs inclusiever maken en de aanvoer van links kiesvee waardoor vanaf de kleuterklas de leerkrachten de handen zo vol hebben met de niet of nauwelijks Nederlands kundige import dat het algemeen niveau daalde. Het zal er niet beter op worden, en de leerkrachten treft geen enkele blaam!

  2. voeg daarbij dat onze kinderen geindoctrineerd worden met woke gedachten en blm-gedoe.Komt nooit meer goed tenzij Vlaanderen confederaal wordt en zelf kan beslissen wie in Vlaanderen komt wonen en werken.

Plaats een reactie

Delen