Venezuela is van plan om maar liefst zes nullen te schrappen van de bolivar-munt om betalen zo gebruiksvriendelijker te maken. Het socialistische land kampt al langer met hyperinflatie en absurde prijzen zijn daar een gevolg van. Dat meldt onder meer Het Nieuwsblad.
Het is de tweede keer in drie jaar dat de Venezolaanse bank dergelijke maatregel neemt. In 2018 schrapte de president vijf nullen om betalingen eenvoudiger te maken. Deze keer doen ze er een schepje bovenop met zes nullen te schrappen. Samen zullen er tegen oktober dus al elf nullen in drie jaar tijd geschrapt geweest zijn.
Van januari tot en met mei zijn de prijzen in Venezuela met 265 procent gestegen. In mei verdrievoudigde de regering het minimum-maandloon, maar dat nieuwe bedrag was nog niet eens genoeg om één kilo vlees te kopen.
Vandaag is een miljoen Venezolaanse bolivar 0,21 euro waard. Op 1 oktober wordt dat bijgesteld en is een Venezolaanse bolivar dan 0,21 euro waard. De maatregel zal in de feiten weinig effect hebben, want de mensen gebruiken er voornamelijk de Amerikaanse dollar om te betalen, gezien de geringe waarde van de Venezolaanse munt.
Het is ironisch dat het net de Amerikaanse munt is die enige stabiliteit biedt, want volgens de socialistische leiders van het land is de economische crisis die er heerst de schuld van de Amerikanen. Zij beweren dat internationale sancties hun economie verzwakken, en niet hun eigen wanbeheer.
De eerste NUL die ze moeten schrappen, is Maduro.
Dat gebeurt als partijen aan de macht komen die denken dat het geld aan de bomen groeit. De overheid zijn wij allen samen, ieder centje dat de overheid uitgeeft moet verdiend worden door Jan met de pet. Het riedeltje van de rijken betalen is een Groene utopie waar zij ook geen grip op hebben. De gelduitgevers realiseren zich niet dat de bron van het overheidsgeld ligt bij een werkend mens, die onvrijwillig solidariteit moet betonen met wat die overheid daarover beslist.