De NGO ECCHR, het Europees Centrum voor Constitutionele rechten en Mensenrechten, heeft in Duitsland klacht ingediend tegen verschillende bedrijven; waaronder C&A, Hugo Boss, Aldi en Lidl. ECCHR beweert dat de bedrijven etnische minderheden in China gebruiken voor dwangarbeid. Men bedoelt dan voornamelijk de Oeigoeren. De klacht is gericht tegen “misdaden tegen de mensheid”, zegt de ngo.
De ECCHR vindt dat de aangeklaagde ondernemingen medeplichtig zijn aan de dwangarbeid van de Oeigoeren in Xinjiang. Ze zeggen er niet bij of de bedrijven direct of indirect medeplichtig zijn, maar wel dat hun activiteiten bijdragen aan de dwangarbeid.
Bevoorradingsfabrieken in Xinjiang
De geviseerde Duitse bedrijven hebben volgens de ngo “publiekelijk en vrijwillig verklaard” dat ze bevoorradingsfabrieken hebben in Xinjiang. China kwam al meerdere malen onder vuur omdat het communistische regime hier ‘heropvoedingskampen’ zou hebben waar miljoenen Oeigoeren gevangen worden genomen en gemarteld.
Dwangarbeid voor Westerse merken een wijdverspreid probleem? ECCHR gelooft van wel
Het is volgens de ngo moeilijk vast te stellen of er echt sprake is van dwangarbeid in de fabrieken van de bedrijven, “maar de vraag stelt zich of het onderhouden van zakelijke relaties geen manier is om die misdaden in stand te houden,” klinkt het.
ECCHR merkt op dat dwangarbeid voor Westerse merken zeer vaak voorkomt. In april diende de vereniging Sherpa nog een klacht in tegen de kledingbedrijven Uniglo en Zara voor gelijkaardige problemen. Het Franse gerecht onderzoekt die klacht nog steeds.