Startende leerkrachten houden het minder lang vol

Tussen 2015 en 2020 gingen 14,4 procent van de jonge leerkrachten in het Vlaamse onderwijs vroegtijdig op zoek naar een een andere job. De hoge uitval is een van de redenen van het aanslepende lerarentekort in Vlaanderen. In het Brussels Gewest liggen de uitstroomcijfer zelfs nog stelselmatig hoger.

Tussen 2015 en 2020 waren er 29.862 leerkrachten jonger dan 30 jaar aan het werk in het onderwijs. 4.260 daarvan gingen vroegtijdig op zoek naar een andere job, ofwel 14,4 procent. In de vijf jaren daarvoor ging het maar om 13,1 procent. Volgens eerdere cijfers van Vlaams minister van Onderwijs Ben Weyts (N-VA) liggen de uitstroomcijfers bij leerkrachten onder de 25 jaar nog hoger. In het schooljaar 2019-2020 ging het om 27,4 procent in het kleuteronderwijs, 26,9 procent voor het lager onderwijs en 37,2 procent voor het secundair onderwijs.

Vooral het soort contract zorgt voor de hoge uitstroom. Zo ligt de uitval bij leraren met een tijdelijk contract veel hoger dan bij vastbenoemde leerkrachten. “Het begin van de loopbaan is eenmaal erg onzeker”, zegt N-VA-parlementslid Karolien Grosemans. “Net daarom is het goed dat minister Weyts mogelijk gemaakt heeft dat leraren sneller vastbenoemd worden.”

De hoge uitval is een van de grootste reden voor het lerarentekort in Vlaanderen. “Vroeger was het team samengesteld voor de zomervakantie”, klinkt het bij Lieven Boeve van Katholiek Onderwijs Vlaanderen. “Terwijl scholen nu nog actief op zoek zijn. Sommige scholen zullen met te weinig leraren opstarten.”