Turkije bombardeert christelijk dorp in Syrië

Turkije heeft maandag bombardementen uitgevoerd op een Assyrisch christelijk dorp in Noord-Syrië. Turkije voert al jarenlang een gewapende strijd met de Koerdische PKK. Christenen en Jezidi’s zijn vaak het slachtoffer.

Het dorp ligt vlakbij Tel Tamar. Er vielen geen slachtoffers bij het bombardement, maar wel werden huizen vernietigd. De Assyrisch-christelijke regio met plaatsen als Qamishli, Tal Gerebet en Ain Issa lijdt al maanden onder de Turkse luchtaanvallen. Volgens Ankara zijn deze acties gericht op de Koerdische PKK.

Volgens Elias Antar Elias, het hoofd van de Assyrische gemeenschap in het noordoosten van Syrië, lijken de huidige aanvallen op die van tijdens de genocide op de christenen van de vroege 20ste eeuw, toen de regio nog deel uitmaakte van het Ottomaanse Rijk. Hij maakt ook de vergelijking met de aanvallen van de Islamitische Staat. Hij verwijst naar het feit dat vele christenen ontheemd zijn geraakt, omdat hele dorpen de afgelopen maanden geëvacueerd moesten worden. “De geschiedenis herhaalt zichzelf”, klinkt het.

Volgens een mensenrechtenorganisatie blijft Turkije druk bezig met het bouwen van nederzettingen in het Syrische district Afrin. Dit zou gedaan worden met financiële hulp van liefdadigheidsorganisaties die banden hebben met diverse islamistische bewegingen uit onder andere Koeweit en Qatar. Volgens critici probeert Turkije op deze wijze demografische veranderingen in de regio teweeg te brengen.

Sinds Turkije in 2018 de controle overnam in het district Afrin, zouden er meer gevallen van moord, ontvoering en andere illegale feiten plaats hebben gevonden. Amnesty International berichtte datzelfde jaar over Turkse schendingen van mensenrechten in het gebied rondom Afrin. De mensenrechtenorganisatie beschuldigde Turkije ervan de islamistische milities alle gelegenheid te geven de mensenrechten in het gebied te schenden. Turkije zou niet alleen een oogje dichtknijpen maar ook wapens hebben geleverd. De Syrische milities bezondigden zich onder andere aan willekeurige detenties, gedwongen verdwijningen en het onrechtmatig toe-eigenen van bezittingen en plunderingen. De troepen zouden ook twee scholen hebben overgenomen en daarmee het onderwijs voor duizenden kinderen onmogelijk hebben gemaakt.

Irak

In Irak moesten nog in mei dit jaar christelijke dorpen evacueren vanwege de voortdurende Turkse luchtaanvallen. Zo moesten bijvoorbeeld de bewoners van het dorpje Kesta in de noordelijke provincie Dohuk hun huizen ontvluchten. Op acht mei vertrokken de meeste christelijke inwoners van het dorp Chalk. Het dorp Miska werd op 28 mei door Turkse bombardementen verwoest. In juni van dit jaar werden er in het Europees Parlement vragen gesteld over het gebruik van chemische wapens (een oorlogsmisdaad) in de regio door Turkije. Tot grote woede van Iraakse zijde bouwt Turkije al enige tijd aan een sterke militaire basis in Irak.