Een parlementslid voor de Conservative Party Jonathan Gullis vindt dat leerkrachten die extreemlinkse denkbeelden promoten in de klas, moeten worden “gerapporteerd” bij het antiterrorisme meldpunt van de regering. Volgens hem zijn de opvattingen die ze verspreiden erg extreem en zetten ze aan tot haat tegenover blanke mensen.
Het parlementslid voor Stoke-on-Trent-North was dinsdag aanwezig bij een conferentie van de Conservative Party in Manchester. Daar zou de man zich hebben uitgelaten over de huidige problematiek binnen het Brits onderwijs. Hij is van mening dat leerkrachten die extreemlinkse ideeën in de klas promoten, moeten worden opgevolgd door het zogenaamde “Prevent-Program” van de overheid.
Dat is een deradicaliseringsprogramma waarmee de Britse regering probeert te voorkomen dat mensen terroristische of extremistische ideologieën aanhangen en verder verspreiden. “Termen zoals ‘white privelege’ zjn extremistische termen. Ze moeten worden gemeld aan Prevent aangezien het om een extremistische ideologie gaat”, zo begon hij.
“Onversneden racisme”
Gullis stond zelf beroepsmatig jarenlang voor de klas. Hij vindt het spuien van beweringen zoals ‘white privilege’ of ‘wit privilege’ een vorm van onversneden racisme. Hij is van mening dat leerkrachten die deze polariserende taal hanteren, een disciplinaire sanctie moeten krijgen vanuit het schoolbestuur. “Het is racistisch om te suggereren dat iedereen die blank, is op de een of andere manier doordrenkt is van privileges. Dus ik hoop dat dat wordt gemeld, ik hoop dat er naar wordt gekeken, en dat elke leraar die in de klas blijft, uiteindelijk op zijn minst een disciplinaire hoorzitting moet krijgen”, zo zei hij.
Brits onderwijs in crisis
Het Brits onderwijs bevindt zich momenteel echter in een crisissituatie. Uit een onderzoek van het House of Commons Education Select Committee. Bleek dat blanke kinderen, afkomstig uit arbeidersgezinnen, de meest achtergestelde leerlingen zijn. Hetzelfde onderzoek toonde ook aan dat deze kinderen daarbovenop in de klas continu worden geconfronteerd met een “statustekort” in de klas ten aanzien van leerlingen met een andere etniciteit.