De commissie Wonen van het Vlaams Parlement nodigt de organisatie achter de ‘Woonzaak’ uit voor een hoorzitting. “Ik zie dat zowel de minister als de Woonzaak in de krant zeggen dat ze willen spreken, maar ze contacteren elkaar niet”, zegt Maxim Veys van Vooruit, die Matthias Diependaele donderdag interpelleerde. “Dan doen wij het wel vanuit het parlement.”
38 sociale organisaties kondigden vorige week aan om op 17 december naar het Europees Comité voor Sociale Rechten te stappen om de problemen van het Vlaamse woonbeleid te onderstrepen. Een juridische studie zou namelijk aangetoond hebben dat zo’n zaak kans maakt. De organisaties hekelen onder andere dat meer dan 155.000 gezinnen op een wachtlijst voor een sociale woning staan, dat 47 procent van de private huurwoningen van ontoereikende kwaliteit is en dat 52 procent van de private huurders meer dan een derde van zijn inkomen aan huur uitgeeft.
“Job van oppositie om mijn werk te beoordelen, niet van rechter
Minister van Wonen Matthias Diependaele (N-VA) werd donderdag in het Vlaams Parlement hierover ondervraagd door Maxim Veys, An Moerenhout (Groen), Mercedes Van Volcem (Open Vld), Sarah Smeyers (N-VA) en Adeline Blancquaert (Vlaams Belang). De minister betreurt het dat de organisaties niet eerst op overleg wilden komen. “Het feit dat men dat stelselmatig uit de weg gaat, vind ik niet bepaald een sterk punt in hun verhaal”, aldus de minister. Hij vindt het ook niet aan een rechter om het beleid van een regering te beoordelen. “Het is uw job om mijn werk te beoordelen”, zei hij tot de oppositie. “Het is niet aan de rechter om dat te doen.”
“De Woonzaak toont dat het vertrouwen in het Vlaams woonbeleid zoek is”, reageerde Veys. “Het echte probleem is politieke onwil bij de Vlaamse regering om de wooncrisis aan te pakken. De betaalbaarheid, kwaliteit en woonzekerheid is een probleem.”