KU Leuven-rector Luc Sels (Photonews)

KU Leuven-rector Luc Sels (Photonews)

Cultuuroorlog

Philip Roose: “De vrijheid van progressieve meningsuiting”

Gastauteur

Philip Roose (1979) is historicus, woont in het Siciliaanse Catania en is exporteur van Italiaanse wijnen. Hij is tevens opiniemaker, schrijver en fervent twitteraar. In deze vrije tribune ontleedt hij de woke-beweging en de cancel culture die de westerse universiteiten in hun greep lijken te hebben.

In het links-liberale tijdschrift The Economist stond begin september een editoriaal over het gevaar van de woke-beweging, met als titel ‘The threat from the illiberal left’. Daarin werd gewaarschuwd voor het gevaar van de illiberale ‘identity politics’. Terwijl vroeger progressief de nadruk legde op steeds meer vrijheid en rechten voor het individu, horen we de laatste jaren in diezelfde kringen steeds meer oproepen voor het invoeren van verboden, censuur en epuratie in de samenleving. Het links-liberalisme lijkt dan ook steeds meer op de ‘intolerante’ ideologieën die ze beweert te bestrijden.

Cancel culture

In Vlaanderen kwam onlangs de discussie over de woke-beweging op gang toen bij de start van het nieuwe academiejaar. De KU Leuven-rector Luc Sels waarschuwde in een interview met De Standaard voor de dreiging van een ‘cancel culture’. Zo werden er aan de Angelsaksische universiteiten reeds verschillende wetenschappers en sprekers uitgesloten en geboycot na mobbing-acties van woke-militanten. Hun academisch werk of niet-progressieve mening verstoorde daar de rust van de progressieve ‘safe space’.

Sels viel echter alleen de radicale vleugel aan van de woke-beweging, niet de woke-beweging zelf. Over die laatste is de rector zelfs vrij enthousiast: “Ze is erin geslaagd om thema’s als racisme, discriminatie en uitsluiting heel scherp op de agenda te zetten. Dat is heel knap.” Toch is hij niet blind voor wat er in het buitenland gebeurt: “Maar er zit een extreme fractie in die dominanter wordt. Een die militant en zelfs intolerant wordt, en gepaard gaat met een zweem morele zuiverheid.”

Critical Race Theory

De naïviteit van de Leuvense rector ten opzichte van de woke-beweging is echter stuitend. Hij staat trouwens met die houding niet alleen in de academische wereld. De overgrote meerderheid van de links-liberalen vergeet dat de kern van de woke-ideologie draait rond de Critical Race Theory (CRT), een pseudowetenschappelijke rassentheorie uit de Verenigde Staten die beweert dat gekleurde inwoners worden onderdrukt door institutioneel racisme, blanke privileges en witte suprematie.

De CRT onderzoekt de mogelijkheid om de historisch gegroeide raciale ongelijkheid in de VS te verkleinen door positieve discriminatie van – en vooral financiële steunmaatregelen voor – niet-blanken. Dit theoretische denkkader werd door de woke-beweging toegepast op elke minderheid die men op de ‘progress pride flag’ de officiële woke-vlagkan terugvinden. Het doel van de beweging is de machtsverhoudingen tussen zij die de norm volgen en zij die een uitzondering vormen op die norm te doorbreken en zelfs om te draaien.

Witte privileges

Volgens deze woke-analyse is de dominante norm vandaag in het Westen blank (of wit), heteroseksueel en mannelijk. Iedereen die daar niet aan voldoet, wordt volgens hen benadeeld in de maatschappelijke emancipatie. Deze sociologische theorie negeert bewust alle andere factoren die leiden naar maatschappelijke emancipatie en succes. Het feit dat bijvoorbeeld zeven op de tien Afro-Amerikaanse jongens opgroeit in een eenoudergezin met een financieel precaire situatie, heeft natuurlijk een veel grotere impact op hun kansen in het leven dan hun huidskleur.

Echter, zelfkritiek op de progressieve afbraak van bijvoorbeeld het traditionele gezin is natuurlijk moeilijker voor links-liberalen dan een racistische zondebok met ‘witte privileges’ te zoeken. Blijkbaar is in het Westen niet de sociaaleconomische situatie van de ouders, een kwalitatief en toegankelijk onderwijs, een waardevolle opvoeding, het belang van individuele inzet, de aanwezigheid van succesvolle rolmodellen, de uitbouw van een sociaal netwerk, de financiële stabiliteit van de familie, etc. bepalend voor uw toekomst, maar alleen uw huidskleur, seksuele voorkeur en geslacht (of gender).

Vlaamse media

Ook in de Vlaamse media wordt de woke-beweging met fluwelen handschoenen aangepakt en is de berichtgeving erover vrij positief. Volgens de VRT-nieuwsdienst is woke niets meer dan een beweging die ijvert voor een groter bewustzijn omtrent thema’s zoals racisme, discriminatie, seksuele voorkeur, genderidentiteit en klimaat. Wanneer er een debat gevoerd over dit thema zijn de plaatsen aan de studiotafel gereserveerd voor links-liberale stemmen, en ligt de diversiteit niet in de inhoudelijke dissonantie – waartoe Luc Sels opriep – maar wel in het respecteren van roze en andere quota’s.

Zo beweerde socioloog Walter Weyns (UA) onlangs zonder enige tegenspraak op Radio 1 dat de woke-beweging gaat over het zoeken naar waarheid en over wie spreekrecht heeft in het debat. Hij beseft blijkbaar niet dat de woke-beweging hiermee niet alleen een van de kernwaarden van de democratie zelf aanvalt – namelijk de vrijheid van meningsuiting – maar tevens ook hun eigen retoriek over inclusie en diversiteit. Het is een akelige evolutie wanneer men een academicus hoort spreken over ‘spreekrecht’ zonder dat er daarna in diens achterhoofd een paar alarmbellen gaan rinkelen. 

Culturele revolutie

Volgens diezelfde Weyns gaat het bij de woke-activisten niet alleen over de strijd tegen racisme, seksisme of anti-LGTBQI+-spraak, maar wel over het uitroeien van de laatste restjes die “erg hardnekkig en diep in onze ziel zitten en dan vooral in de ziel van de witte man”. Niet alleen maakt Weyns zich hier – zoals de hele woke-beweging – schuldig aan racisme en seksisme (d.i. het toeschrijven van negatieve eigenschappen aan een huidskleur of sekse) maar hij kon dit  – in tegenstelling tot extreemrechtse groeperingen – ook nog eens ongestoord op de Vlaamse radio te berde brengen.

De zelfkritiek van ‘witte’ mannen als Weyns onder druk van de woke-militanten, doet denken aan de vervolgingen van verdachte contrarevolutionairen tijdes de Culturele Revolutie door de jeugdige Rode Gardes. Deze fanatieke volgelingen van Mao Zedong hielden daarbij publieke bijeenkomsten – te vergelijken met de mobbing vandaag op sociale media – voor het bekritiseren en het afdwingen van zelfkritiek bij diegenen die zij verdachten van reactionaire of burgerlijke denkbeelden. Want de ‘witte privileges’ moeten niet alleen gecompenseerd worden, maar ook afgebroken.

Het ongemak van zelfs links-liberale intellectuelen jegens de intolerantie en het puritanisme van de woke-activisten, met gewelddadige vernietigingen van monumenten en standbeelden – ook hier gelijkenissen met de Rode Gardes – en de regelrechte mobbing van academici heeft Weyns blijkbaar volledig gemist. Ook de Jacobijnse golf van censuur en vernietiging, van genderhysterie, die de geschiedenis, traditie en cultuur van het Westen en de sociale en seksuele relaties trof, was deze socioloog compleet vergeten te vermelden. Is het uit naïviteit, uit onwetendheid, uit angst voor de waarheid of uit een misplaatst blank, westers en mannelijk schuldgevoel?

Klassiek links

Vooral vanaf de jaren negentig kende de traditionele linkerkant van het politieke spectrum – zoals het socialisme en communisme – een liberale wending die samenviel met de kapitalistische euforie na de val van de Berlijnse Muur. Historisch gezien viel het idee van vrijheid aan de linkerkant – onder invloed van het marxistische maatschappijanalyse – samen met het idee van sociaaleconomische bevrijding van de arbeidersklasse.

Centraal in het denken stond de klassenstrijd tegen het culturele, sociale en religieuze juk, en het opheffen van de klassenhiërarchieën in de autoritaire, repressieve of zelfs burgerlijk-democratische regimes. In de klassieke linkse denkwereld was individuele vrijheid ondergeschikt aan de bevrijding van de massa, het collectieve prevaleerde boven het persoonlijke, de klasse boven het individu.

Liberalisme

De economische emancipatie – en daardoor ook verdwijning – van de arbeidersklasse in de tweede helft van de 20e eeuw, en de uitgebreide sociale welvaartsstaat, zette de deur wagenwijd open voor een grenzeloos liberaal individualisme. De economische emancipatiestrijd van links was grotendeels gestreden, en in de plaats daarvan kwam een links-liberalisme dat focuste op de biologische, seksuele, sociale en culturele bevrijding van de mens.

Over het algemeen maakt men vandaag een onderscheid tussen ‘vrijheid van’ en ‘vrijheid tot’. Het eerste (‘vrijheid van’) definieert men als negatieve vrijheid – of de afwezigheid van belemmeringen om iets te doen – en is typerend voor het liberalisme. Onder het tweede (‘vrijheid tot’) verstaat men de positieve vrijheid – of de aanwezigheid van mogelijkheden om iets te doen – en is typerend voor traditioneel linkse bewegingen rond sociale en culturele emancipatie. Het links-liberalisme beweert dan weer beide vrijheden compromisloos met elkaar te kunnen verzoenen.

Homologatie

De Duitse filosoof Friedrich Nietzsche (1844-1900) sprak als een van de weinigen ook nog over de ‘vrijheid voor wat’. Hij definieerde het vrijheidsconcept op basis van hoe men er gebruik van maakte of het beleefde. Niet elke mens gebruikt de eigen positieve en negatieve vrijheid op dezelfde manier, maar in verschillende gradaties al naargelang de persoonlijke voorkeur. Deze verschillen moeten in een vrije wereld worden erkend, en staan in schril contrast met de hedendaagse links-liberale homologatiedrang, waarbij elke burger blijkbaar moet voldoen aan de woke-voorwaarden.

De sociale druk en soms zelfs dwang om op tijd en stond politiek correcte historische, politieke, ideologische en ecologische oordelen te vellen – zoals ‘jezelf zijn’, ‘liefde is liefde’, ‘black lives matter’, ‘culturele toe-eigening’, ‘geen baarmoeder, geen mening’ – doet denken aan het bed van Procrustes, waarin de burger in een onmachtige en pijnlijke positie ligt. Deze progressieve schizofrenie – waarbij bevrijding eigenlijk synoniem wordt voor een regime van restricties, intolerantie en homologatie – komt tevens tot uiting rond het thema van de vrijheid van meningsuiting.

Hypocrisie

Het is de paradox van de links-liberale drang om elke tegenstander van de regenboogvlag – of van aspecten van de regenboogideologie – te censureren en het zwijgen op te leggen, in de naam van die vrijheid zelf. De progressieve economische, bureaucratische, rechterlijke en journalistieke macht voert campagnes voor een tolerante en diverse samenleving zolang de vrije uiting daarvan zich maar houdt aan de ideologische grenzen van het progressieve regenboogdiscours. De vrijheid van meningsuiting wordt een vrijheid van progressieve meningsuiting. De rest is haat en wordt gecanceld.

Zo is de oproep van KU Leuven-rector Luc Sels – “Zoek die tegenspraak op en ‘cancel’ ze niet.” – en de kritiek op het radicale deel van de woke-beweging hypocriet, gezien zijn instelling elk jaar de progress pride-vlag – het symbool van de woke-beweging – uithangt aan de universiteitsbibliotheek. Het doet spontaan denken aan een citaat van Nietszche: “Nicht daß du mich belogst, sondern daß ich dir nicht mehr glaube, hat mich erschüttert.”

Zelfcensuur

Welke (blanke, heteroseksuele, mannelijke) academicus aan de KU Leuven zal zich nog kritisch durven uitlaten over de gendertheorie, over eisenbundels van de LGTBQI+ gemeenschap (draagmoederschap, kinderen op bestelling, etc), over de Critical Race Theory, etc. indien de officiële lijn van de universiteit gewoon de woke-eisenbundel is geworden. Niet alleen riskeert men gelyncht te worden door woke-militanten in de media en daarbuiten, maar ook op het matje geroepen te worden bij de personeelsdienst van de KU Leuven.

De toekomst is dan ook steeds meer zelfcensuur, de meest efficiënte vorm van censuur. De waarheid en de werkelijkheid moeten zich vandaag onderwerpen aan een progressief moralisme en ideologische onverdraagzaamheid. Terwijl men de ene dag ijvert voor meer vrijheid, vervolgt men de volgende dag de ideologische tegenstander. Deze orwelliaanse dubbele ‘waarheid’ is de voorkamer van een nieuwe totalitarisme. Terwijl Vlaamse minister-president Jan Jambon (N-VA) oreerde over de terugkeer van de Roaring Twenties, lijkt het waarschijnlijker dat we eerder de jaren dertig opnieuw zullen beleven.

PAL Nieuwsbrief

schrijf je gratis in

Blijf op de hoogte met onze dagelijkse nieuwsbrief




3 gedachten over “Philip Roose: “De vrijheid van progressieve meningsuiting””

  1. ‘Volgens deze woke-analyse is de dominante norm vandaag in het Westen blank.’ Die analyse is juist, maar waarom wordt aan die norm getwijfeld? Heeft het te maken met het
    ziekenkassocialisme en de belastingen op de handel waarvan die woke-mensen vaak leven, zodat ze ontheemd zijn van de noordelijke natuur, die maakte dat op koudere plaatsen de mensen ‘witter’ werden? Deze natuur is in feite
    weinig geschikt voor menselijke bewoning, waardoor in het verleden de mensen die eraan ontsproten zich als ‘superieur’ beschouwden. Maar voor Afrikanen die twintig km naar een bron moesten lopen en uitgeselecteerd door ziektes niet ouder werden dan vijftig zijn de ‘witten’ die de laatste decennia in een cocoon leven misschien gehandicapt.

Plaats een reactie

Delen