De rekeningen van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest zijn zo’n brolwerk dat het Rekenhof er niet eens een gekwalificeerd oordeel over kan vellen. Dat staat in het 26ste boek van het Rekenhof over de rekeningen van het Brussels Gewest.
Het Rekenhof certificeert de rekeningen die de federale staat, de gemeenschappen en gewesten, hun openbare instellingen, en de provincies jaarlijks afleggen. Daarbij “gaat het Rekenhof de betrouwbaarheid, de juistheid en volledigheid van de financiële staten na”.
Brolwerk
Het Rekenhof velt nu het meest negatieve oordeel over de rekening van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest, namelijk een onthouding van zo’n certificering. De rekeningen zijn met andere woorden zo’n brolwerk dat het Rekenhof geen oordeel kan vellen.
“Het Rekenhof heeft een verklaring tot onthouding geformuleerd over de algemene rekening 2020”, klinkt het in het verslag. “Om de onderstaande redenen kon het Rekenhof niet voldoende en toereikende controle-informatie verkrijgen om zijn controlewerkzaamheden te verrichten die als basis dienen voor zijn oordeel over deze algemene rekening. Het Rekenhof formuleert bijgevolg geen oordeel over de algemene rekening van de gewestelijke entiteit.”
De certificering van de Gewestelijke entiteit, de diensten van de Brusselse regering en de Dienst voor Brandweer en Dringende Medische Hulp werd onthouden. Andere overheidsinstellingen, zoals parking.brussels en visit.brussels, kregen een afkeurend oordeel. Minder dan de helft van de instellingen kreeg een goedkeurend oordeel. Bij al de rest werd voorbehoud aangetekend.
De rekeningen van visit.brussels en parking.brussels geven volgens het Rekenhof “geen getrouw beeld van het vermogen en de financiële toestand” van die instellingen.
Telfout van 776 miljoen
In het verslag springen enkele pijnlijke missers in het oog. Zo overschatte de Brusselse regering het bedrag dat nog via kredietlijnen geleend kon worden met 776 miljoen euro, omdat de diensten “een bedrag van 777.000 euro in plaats van 777 miljoen euro” boekten.
Daarnaast ontvingen Brusselse topambtenaren onrechtmatig bedrijfswagens. “De regering kent een bedrijfswagen toe aan twaalf personeelsleden van graad A5 tot A7 (directeur-generaal tot secretaris-generaal), waarvoor een voordeel in natura fiscaal wordt ingehouden. Het Rekenhof stelt echter vast dat er geen reglementaire grondslag bestaat voor de toekenning daarvan als aanvulling op de bezoldiging”, klinkt het.
Ook blijkt dat de Brusselse schuld de hoogte inschiet. Deze steeg met 90 procent tussen 2016 en 2020 naar 8,9 miljard euro eind 2020. “Dat is 179,3 procent van de geconsolideerde jaarlijkse ontvangsten, tegenover 97,1 procent in 2016. Er is een directe schuld van 6,4 miljard euro en een indirecte schuld van 2,5 miljard euro”, aldus het Rekenhof. Er wordt ook gewaarschuwd voor een nieuwe ratingverlaging. Dat gebeurde enkele maanden geleden al eens door de barslechte begroting van 2019.
“Gatz moet opstappen”
In een reactie aan De Tijd belooft Brussels minister van Financiën en Begroting Sven Gatz (Open Vld) beterschap. “Het is ook niet de eerste keer dat we van het Rekenhof geen certificering krijgen”, aldus Gatz. “Ik wil dat er een plan van aanpak komt om erop toe te zien dat het Rekenhof in de toekomst wel zijn goedkeuring kan geven.”
“Je kan het vernietigende rapport van het Rekenhof intussen een jaarlijkse traditie noemen”, reageert Brussels Parlementslid Cieltje Van Achter (N-VA) in Bruzz. “Het parlement krijgt geen cijfers en volgens het Rekenhof is de begroting een rommeltje. Toch blijft minister Gatz vasthouden aan een begroting in evenwicht tegen 2024. Wie gelooft dat nog?”
Het Vlaams Belang vraagt zelfs het ontslag van Gatz. “De beloftes van Gatz om bijvoorbeeld ‘te onderzoeken hoe de boekhoudkundige blunder van 776 miljoen mogelijk was’ is dan ook lachwekkend”, zegt Brussels Parlementslid Dominiek Lootens-Stael. “Als de begrotingsminister zelf niet eens de budgetten nagaat én niet weet waar een fout van drie kwart miljard vandaan kwam, hoe moeten we dan beterschap verwachten van diezelfde minister? We weten wat Open Vld op de Brusselse begrotingspost sinds ’99 realiseert. Het Brussels Gewest dient zichzelf te responsabiliseren: de eerste stap hierin is met het ontslag van Gatz. Minister-president Vervoort moet hierna met een ernstig saneringsplan op de proppen komen en dat voorleggen aan het Rekenhof.”