EU heeft opnieuw “minimale vertegenwoordiging” in Afghanistan

Vijf maanden na de machtsovername door de taliban heeft de Europese Unie opnieuw een officiële vertegenwoordiging in Afghanistan. Het gaat om “een minimale aanwezigheid” om de humanitaire hulpverlening te ondersteunen en mag niet aanzien worden als een erkenning van het regime, zo stelde de woordvoerder van Josep Borrell, de hoge vertegenwoordiger van het Europees buitenlands beleid.

“De EU is begonnen met het herstellen van een minimale aanwezigheid van internationaal personeel in haar Delegatie”, kondigde woordvoerder Peter Stano aan in een persmededeling. De EU zette deze stap om de levering van humanitaire hulp te vergemakkelijken en de humanitaire situatie in het land te overzien, zo voegde hij toe. 

Geen erkenning

De zegsman beklemtoonde dat de aanwezigheid geenszins aanzien mag worden als een erkenning van het regime van de taliban, de radicaal islamitische beweging die in augustus vorig jaar opnieuw de macht greep in het land. “Onze minimale vertegenwoordiging in Kaboel mag in geen geval beschouwd worden als een erkenning. Dat is duidelijk zo aangegeven aan de autoriteiten”, aldus Stano. 

Eerder had de woordvoerder van het Afghaanse ministerie van Buitenlandse Zaken getweet over de heropening van “de ambassade” van de EU, waardoor de EU voor het eerst in vijf maanden over “een permanente aanwezigheid” in Kaboel zou beschikken. 

Sinds het blitzoffensief en de machtsovername van de taliban zijn de ambassades van de westerse landen in Kaboel gesloten. Landen als Pakistan, Rusland, China en Turkije hielden hun ambassades wel open, maar tot dusver heeft geen enkel land ter wereld de regering van de taliban erkend. Westerse landen maken een erkenning onder meer afhankelijk van het respect voor de mensenrechten en de inclusiviteit van de regering. 

Afghanistan zelf verkeert intussen in een diepe economische en humanitaire crisis. Volgens cijfers van de Verenigde Naties kunnen dit jaar 4,7 miljoen mensen aan ernstige ondervoeding lijden, onder wie 3,9 miljoen kinderen. Voor 131.000 kinderen dreigt zonder hulp de hongerdood.