Rapport Kerk in Nood over seksueel misbruik, ontvoering en gedwongen bekering van christelijke meisjes en vrouwen

Het gebouw van Kerk in Nood in Leuven. Shutterstock

Uncategorized

Kerk in Nood brengt rapport uit over seksueel misbruik, ontvoering en gedwongen bekering van christelijke meisjes en vrouwen

Sonja Dahlmans

De internationale organisatie Aid to the Church in Need (Kerk in Nood) heeft een rapport uitgebracht over ontvoering, gedwongen bekering en seksueel misbruik van christelijke meisjes en vrouwen. Het is voor het eerst dat een rapport op grote schaal inzage geeft in deze problematiek en niet specifiek gericht op een land. De organisatie maakte gebruik van talloze getuigenissen, onderzoeksresultaten van andere organisaties en data uit ‘case studies’. De belangrijkste conclusie is dat er niet of nauwelijks wordt gerapporteerd over deze problematiek. Verder stellen de onderzoekers dat seksueel geweld tegen meisjes en vrouwen van religieuze minderheidsgroepen een humanitaire catastrofe is.

De organisatie ACN heeft onder meer onderzoek verricht naar de situatie in Egypte, Mozambique, Nigeria, Pakistan, Irak en Syrië. Volgens ACN zijn christelijke vrouwen – en vrouwen van andere religieuze minderheidsgroepen – kwetsbaar omwille van twee redenen. Ten eerste vanwege hun vaak minderwaardige positie als lid van een religieuze minderheidsgroep en ten tweede omdat ze vrouw zijn.

Egypte

Seksueel geweld, gedwongen bekering en ontvoering als vormen van christenvervolging komen op verschillende manieren voor. In islamitische landen als Egypte en Pakistan worden vrouwen en meisjes vaak ontvoerd en uitgehuwelijkt aan een islamitische man, waarbij ze gedwongen bekeerd worden tot de islam. Voor beide landen geldt dat de autoriteiten vaak een oogje dichtknijpen en niet voldoende helpen om de slachtoffers te bevrijden uit de handen van hun ontvoerders. Het rapport stelt dat de Egyptische autoriteiten ontkennen dat het probleem zich voordoet in het land. Hierdoor is het onmogelijk de daadwerkelijke percentages weer te geven. In veel gevallen worden de ontvoerders geholpen door islamitische vrouwen.

Uit studies van onder meer professor Michele Clark en Nadia Ghaly blijkt dat christelijke vrouwen en meisjes – naast ontvoering en gedwongen bekering – ook nog met ander probleem te kampen krijgen. Volgens beide onderzoeksters zit er een patroon in het verleiden van slachtoffers in een relatie met een moslim. Echter, deze relatie dient alleen om de vrouwen vervolgens seksueel te kunnen uitbuiten. Hierbij gaat het vaak om zeer jonge meisjes die onder het mom van een romance in een traject van seksuele uitbuiting, geweld en intimidatie verzeild geraken. Gedwongen bekering speelt ook hier een rol.

In een aantal zaken gaat het om de ontvoering en gedwongen bekering van jonge Koptische moeders. Een 39-jarige vrouw, Ranya, werd in 2020 drie maanden vastgehouden en seksueel misbruikt door meerdere mannen. Ook onderging zij mentale mishandeling. De 21-jarige, pasgehuwde Marian was twee maanden zwanger toen zij in maart vorig jaar werd ontvoerd. De jonge vrouw is nog altijd vermist. Haar familie blijft aandringen op een ernstig onderzoek van de lokale autoriteiten.

Nigeria

Jihadistische groepen als Boko Haram ontvoeren vrouwen en meisjes en dwingen hen te ‘huwen’ met een groepslid. Voor christelijke meisjes en vrouwen geldt hoort bij een dergelijk ‘huwelijk’ ook een gedwongen bekering tot de islam. Gedwongen huwelijken komen niet enkel voor bij christelijke slachtoffers, maar het rapport stelt wel dat zij vaak een specifiek doelwit zijn. Volgens de Christelijke Associatie van Nigeria (CAN) is 95 procent van de slachtoffers die worden vastgehouden door islamisten christelijk.

Niet alle vrouwen worden tot een huwelijk gedwongen. Vrouwen worden door dergelijke islamistische groepen ook gezien als bezit dat zowel productief als reproductief ingezet kan worden. Zo moeten vrouwen en meisjes als ‘slavin’ voor de ontvoerders koken, schoonmaken, et cetera. In maart 2021 verklaarde de Nigeriaanse regering dat er speciale rechtbanken zouden komen voor de behandeling van dergelijke zaken. Of er inmiddels speciale rechtbanken in werking zijn getreden, wordt niet vermeld in het rapport.

Syrië en Irak

Het rapport bevat een fotokopie van een prijslijst die de islamistische groep Islamitische Staat gebruikte voor de verkoop van Jezidi-vrouwen en -meisjes. Tijdens het schrikbewind van het zelfuitgeroepen kalifaat waren ontvoering, verkrachting, gedwongen huwelijken en bekeringen van Jezidi-vrouwen en -meisjes veelvoorkomend. Maar ook na de militaire nederlaag van ISIS keerde een deel van deze slachtoffers niet terug. Men vreest dat in Idlib, Syrië, waar nog altijd een IS-bolwerk gevestigd is, christelijke vrouwen nog altijd slachtoffer zijn van seksueel geweld.

Omdat christelijke vrouwen uit deze landen niet of nauwelijks spreken over wat hen is overkomen, is het volgens de makers van het rapport onmogelijk om de precieze omvang van het misbruik in kaart te brengen. Volgens vader Lutfi, die in beide landen pastoraal werk doet, doen veel families van slachtoffers die nog altijd in gevangenschap leven er het zwijgen toe. Slachtoffers die reeds zijn teruggekeerd, zouden volgens de priester angst hebben voor urenlange verhoren waarin ze moeten vertellen over hun traumatische ervaringen. Hij wijst er ook op dat er een taboe heerst in de regio rond het praten over seksueel geweld.

Een slachtoffer, Rita, vertelt dat zij in 2014 door Islamitische Staat naar Mosul werd gebracht. Zij werd eerst verkocht aan een Irakese man en verbleef anderhalf jaar bij hem. “In het ziekenhuis in Mosul werden wij vrouwen onderworpen aan de meest denigrerende vorm van misbruik. Drie christelijke kinderen werden verkocht aan emirs. Ik zat samen met een Jezidi-meisje van amper 14 jaar oud en wij werden beide door hem verkracht en gemarteld.” De vrouw zegt dat zij beide gedwongen werden te kijken naar video-opnames van de bloedbaden die de terroristen aanrichtten. Shata, het Jezidi-meisje, herkende in een van deze opnames haar eigen broer die werd onthoofd.

Rita werd doorverkocht aan een Saudische man en daarna aan een Syriër, alvorens zij kon worden bevrijd door een stichting die werd gefinancierd door Assyrische en Chalcedonische christenen van overal ter wereld. De vrouw vertelt dat de vrouwen van Islamitische Staat, maar ook de andere echtgenotes van de mannen met wie ze gedwongen moest samenleven, haar evengoed mishandelden en als slaaf behandelden.

Conclusies

De makers van het rapport besluiten dat de coronapandemie een gunstig klimaat heeft gecreëerd voor daders van seksueel geweld. Seksueel geweld tegen vrouwen in landen als Nigeria, Irak en Syrië zou volgens hen gecategoriseerd kunnen worden als een vorm van genocide. Daders zouden seksueel geweld gebruiken als middel en met de intentie om etnische, religieuze, nationale en raciale groepen te vernietigen. De onderzoekers stellen dat het seksueel geweld gericht tegen meisjes en vrouwen van religieuze minderheidsgroepen een humanitaire ramp is.

PAL Nieuwsbrief

schrijf je gratis in

Blijf op de hoogte met onze dagelijkse nieuwsbrief




Sonja Dahlmans (°1968) is een Nederlandse theologe gespecialiseerd in oosters-orthodox christendom. Ze werkt momenteel een master islamitische theologie af aan de Melbourne School of Theology.

7 gedachten over “Kerk in Nood brengt rapport uit over seksueel misbruik, ontvoering en gedwongen bekering van christelijke meisjes en vrouwen”

  1. Christelijke vrouwen worden verkracht, alleen erg als het door andersgelovigen is, anders vegen we het wel onder de mat. Hypocrisie ten top! In India is juist een proces beëindigd tegen Bisschop Franco Mullakal. Een non heeft hem beschuldigd van veelvuldige verkrachting, ze heeft zelfs naar de Paus geschreven, haar medezusters steunen haar, en staan met borden waarop ze gerechtigheid vragen bij de rechtbank. Toch is de kerk hem blijven steunen, en lees juist dat hij het proces gewonnen heeft. Gelezen in Indische kranten.
    Schuldig of niet ? Weet ik niet maar toch straf dat haar medezusters haar steunen.

  2. Waarom zou deze aanklacht seksueel geweld door wie machtig is en die macht misbruikt in het algemeen “hypocisie” zijn? Waar haalt u die onzin.
    In de andere richting als het op mohamedaanse zou gebeuren, zou dat bij ons wel een verzwarende omstandigheid zijn.

Plaats een reactie

Delen