Gonville & Caius College heeft besloten om de pride-vlag die sinds vorig jaar aan de centrale vlaggenmast hing, te verwijderen. De beslissing kwam er nadat het personeel zich zorgen maakte over de politieke lading van de vlag, die de neutraliteit van de school zou aantasten. De verwijdering verhit de gemoederen bij de studenten.
Vorig jaar werd in februari de pride-vlag gehesen ter ere van de start van de zogenaamde ‘LGBTQ History Month‘. Maandag werd echter beslist om de vlag voor altijd weg te halen. Die zou verdeeldheid zaaien en het onderwijspersoneel maakte zich al langer zorgen over de politieke lading van vlag, die zou de neutraliteit van de school schaden.
Verdeeldheid zaaien voorkomen
Die beslissing werd genomen tijdens de Algemene Vergadering, waar de meerderheid van het onderwijspersoneel voor de verwijdering van de vlag stemde. Vanaf nu kan enkel en alleen nog de vlag van het Gonville & Caius College aan de mast wapperen, zo beklemtoont de school.
“De vlag van het College is een symbool dat iedereen in onze scholengemeenschap verenigt”, zo klinkt het. “Vlaggen die worden gevlogen om meningen te uiten over oorzaken of problemen, hebben het potentieel om ons te verdelen. Wij zijn allemaal lid van dit College, dus enkel deze vlag spreekt voor ons allemaal. Geen enkele andere vlag doet dat.”
Daarnaast vindt de school dat de studenten reeds beschikken over “een grote vrijheid” om “publiekelijk hun eigen steun voor goede doelen te uiten” en stelt dat de beslissing “een eerlijk evenwicht vindt tussen de vrijheid van individuele studneten om hun politieke opvattingen te uiten en de noodzaak voor Caius, als educatieve instelling, om politiek neutraal te blijven.”
De onderwijsraad liet weten in dialoog te willen gaan met de studenten die vragen hebben omtrent de beslissing. Sommige studenten gaven aan zich “verraden” te voelen door het personeel en de school. “Deze regressieve beslissing staat symbool voor een diepgewortelde, overwegend cis-man, meerderheid blanke en meerderheidsgezinde gemeenschap die noch weet noch wil weten van het onrecht waarmee minderheden worden geconfronteerd”, zo klinkt het.