Vlaanderen wil waterstof voor energieproductie importeren, Vlaams Belang ontevreden

België en de Europese Commissie willen waterstof gebruiken om groene energie te produceren. Bij de productie van waterstof wordt energie gebruikt om water met behulp van elektrische lading om te zetten in waterstof en zuurstof. Bij dit proces komen geen broeikasgassen vrij, waardoor het dus klimaatneutraal is. Er is echter wel energie voor nodig, maar België heeft niet de overtollige energie die nodig is. De Vlaamse overheid wil daarom waterstof importeren uit Tasmanië, een Australische deelstaat. Andries Gryffroy (N-VA) gelooft in waterstof, maar maakt zich zorgen of dit wel een vruchtbare samenwerking wordt en Vlaamse ondernemingen worden betrokken. Sam van Rooy (Vlaams Belang) is zeer sceptisch. Hij merkt op dat het transport juist vervuilender is en maakt zich zorgen over energie-afhankelijkheid en energietekorten. Minister Hilde Crevits (CD&V) reageerde op alle vragen, maar Vlaams Belang was niet tevreden.

In de Commissie voor Economie, Werk, Sociale Economie, Wetenschap en Innovatie werd Vlaams minister Hilde Crevits (CD&V) aan de tand gevoerd over de import van waterstof. “Vlaanderen heeft zelfs de ambitie om Europees koploper te worden (op het gebied van waterstof),” merkt Andries Gryffroy (N-VA) op. Hij gelooft in het potentieel van waterstof. “We moeten ook inzetten op duurzame brandstoffen voor bijvoorbeeld de chemische industrie en staalindustrie of als energiebron voor industriële processen die een zeer hoge temperatuur vergen of moeilijk te elektrificeren zijn. Daarbij heeft waterstof een zeer belangrijke rol,” aldus Gryffroy.

“Vlaanderen heeft de kennis voor waterstof, Tasmanië de potentie”

Volgens Gryffroy zal het waterstofplan 4,3 miljard euro kosten uit het Vlaamse relanceplan Vlaamse Veerkracht. 125 miljoen euro zal naar onderzoek en innovatie gaan. Hoewel hij gelooft in waterstof, wil hij zeker zijn dat Vlaamse ondernemingen betrokken worden en de samenwerking met Tasmanië zal bijdragen tot de “realisatie van de Vlaamse ambities rond waterstof en de Vlaamse waterstofvisie.” Hij onderstreept ook dat het de bedoeling is om zo weinig mogelijk te importeren omdat “Vlaanderen anders te afhankelijk wordt van de geopolitiek”, maar alles zelf produceren zou niet lukken.

Volgens Crevits heeft Vlaanderen de kennis en Tasmanië de potentie om de energie op te wekken die nodig is, waardoor het een vruchtbare samenwerking zou zijn. “Als we duurzame waterstof willen, dan hebben we import nodig,” klinkt het bij Crevits. “Er is op dit moment een rush op waterstof, Vlaanderen wil, net als vele anderen, koploper worden. We kijken naar import omdat we in Vlaanderen niet genoeg hernieuwbare elektriciteit produceren voor de massale productie van groene waterstof. Tasmanië wil tegen 2040 dubbel zoveel duurzame energie opwekken en heeft veel potentieel voor zonne- en windenergie. Onze Vlaamse bedrijven hebben bijzonder veel kennis over waterstoftechnologie en onze kennisinstellingen zijn bij de wereldtop. Wij hebben dus de kennis ter zake.”

“Import vervuilender door schepen”

Sam van Rooy (Vlaams Belang) is zeer sceptisch. Hij merkt op dat waterstof met schepen moet vervoerd worden, wat zeer vervuilend is. Hij haalt ook uit naar Tinne Van der Straeten (Groen) die gelijkaardige memorandums aan het ondertekenen is in Namibië en Oman. Volgens van Rooy zou de impact op het milieu veel groter zijn. De Vlaams Belanger vraagt zich af of er, naast de productie van energie zelf, rekening werd gehouden met transportkosten.

Minister Hilde Crevits antwoordt dat het “te vroeg is om concreet te antwoorden over het financiële voordeel van Vlaanderen en de milieu-impact”. “zoals gezegd is dit memorandum of understanding een startpunt om verdere samenwerkingen te faciliteren. De financiële winsten kunnen daardoor nog niet bepaald worden,” aldus de minister. “Maar ik vergelijk het waterstofverhaal wel graag met het windmolenverhaal. We hebben daar ook een pioniersrol in opgenomen en nu lezen we elke maand wel in de krant dat een of ander Vlaams bedrijf windmolens mag plaatsen in het buitenland. Ik ben er dan ook van overtuigd dat wij de kennis en expertise van Vlaamse spelers rond die waterstoftechnologieën kunnen exporteren.”

“Waterstof is geen efficiënte manier, er gaat veel energie verloren”

Van Rooy was alvast niet tevreden met het antwoord van Crevits en het gesprek in de Commissie. “Het is noodzakelijk dat we grondig en wetenschappelijk nadenken over het toekomstige belang van waterstof in onze economie”, stelde Van Rooy, “Want waterstof is geen efficiënte manier om met energie om te gaan: er gaat twee keer veel energie verloren, namelijk bij de omzetting van elektriciteit naar waterstof en bij de omzetting van waterstof naar elektriciteit. We zullen dan ook absoluut geen overschot aan elektriciteit hebben om zelf waterstof te produceren. Hierdoor dreigen we ons nu reeds afhankelijk te maken van waterstof uit het buitenland, net zoals we vandaag voor fossiele brandstoffen afhankelijk zijn van het buitenland.”