Voor het eerst in ruim een jaar meldt China dat er weer mensen zijn overleden aan het coronavirus. In de noordoostelijke provincie Jilin zijn twee coronadoden gevallen, aldus de nationale gezondheidscommissie. De laatste keer dat er een inwoner van het land stierf aan de gevolgen van Covid-19 was op 26 januari 2021.
“Eén van de doden was een bejaard persoon van onbekende leeftijd, de andere was ouder dan 60”, zei Jiao Yahui, een hoge functionaris bij de nationale gezondheidscommissie aan de verslaggevers in Peking. “De directe doodsoorzaak waren hun onderliggende ziekten, hun covidsymptomen waren mild”, ging Yahui verder. “Meer dan 95 procent van de bijna 30.000 mensen die met COVID-19 in het ziekenhuis liggen, hebben milde of geen symptomen”, klonk het nog.
Het is opvallend nieuws wetende dat China in 2021 over het hele jaar gezien slechts twee coronadoden had.
Zeer streng coronabeleid
Het land handhaaft nog steeds een zeer streng coronabeleid. In regio’s waar er coronagevallen worden gevonden, gaat het onder meer om gerichte sluitingen en het opvoeren van het testbeleid. Terwijl de meeste landen hun maatregelen nu versoepelen, blijft China vasthouden aan een streng coronabeleid. Dat komt vooral omdat er een vrij lage vaccinatiegraad is onder de oudere bevolking. Daarnaast is de medische zorg in de rurale gebieden van de republiek vaak simplistisch en onstabiel.
Volgens de huidige regels worden mensen die positief testen en milde symptomen hebben niet meer verplicht opgenomen in het ziekenhuis. Ze moeten wel nog steeds in isolatie in speciale centra.
