De N-VA roept de regering-De Croo op om, net als andere Europese landen, meer uit te geven aan defensie en zo de zogenaamde ‘NAVO-norm’ – 2 procent van het bbp uitgeven aan defensie – te halen. Dat doet de oppositiepartij via een voorstel van resolutie, dat donderdag in overweging wordt genomen.
De regering-De Croo gaf onlangs groen licht voor extra investeringen in Defensie. Tegen 2030 moeten de de Belgische defensie-uitgaven 1,54 procent van het bruto binnenlands product bedragen, of zo’n 10 miljard euro in totaal. Aanvankelijk was het de ambitie om naar 1,6 procent van het bbp te gaan, maar dat doel werd afgezwakt onder invloed van de groenen.
Slechtste leerling van de klas
De doelstelling ligt nog altijd ruim onder de 2 procentnorm die door de NAVO als streefdoel beschouwd wordt. Tien NAVO-lidstaten – Griekenland, de Verenigde Staten, het Verenigd Koninkrijk, Kroatië, Estland, Letland, Polen, Litouwen, Roemenië en Frankrijk – halen die norm al. De geplande uitgaven liggen bovendien nog altijd ver onder het gemiddelde van de niet-nucleaire NAVO-lidstaten: 1,7 procent.
Na de Russische invasie van Oekraïne besloten tal van andere Europese landen om ook een tandje bij te steken. Het meest opvallend was Duitsland, dat net als België tot recent een van de slechtste leerlingen van de klas was. De Duitse regering besloot om 100 miljard euro te investeren in Defensie. Ons buurland zal daarmee boven de 2 procentnorm klimmen.
Ook andere Europese landen, zoals Denemarken, Italië, Nederland, Polen, Litouwen, Roemenië en Frankrijk, kondigden na de Russische inval hun defensie-uitgaven fors op te drijven.
Als België de 2 procentnorm wil halen, moet minstens 5 miljard euro gevonden worden. De nieuwe Belgische investeringen werden beslist voor de oorlog in Oekraïne losbarstte. De regering bleef tot nu toe op de vlakte, al lijken sommige regeringspartijen, zoals CD&V en Open Vld, ook meer te willen doen.
“Kantelmoment in onze geschiedenis”
N-VA-Kamerleden Theo Francken, Peter Buysrogge en Darya Safai roepen de regering nu op om de reeds geplande investeringen op te trekken, zodat de 2 procentnorm in 2030 gehaald kan worden.
“De brutale Russische invasie van Oekraïne is een kantelmoment in onze moderne geschiedenis: oorlog keert met verwoestende kracht weer naar onze contreien”, klinkt het in een voorstel van resolutie. “Geconfronteerd met de beklijvende beelden uit Oekraïne en de dreigementen van nucleaire vernietiging die hen bereiken, reist dan ook vaak de vraag: waar is ons leger en is het paraat? Het antwoord dat de politici moeten geven is voor hen even ongemakkelijk als het voor het brede publiek ontluisterd is.”
“In het best mogelijke scenario zullen België en de rest van het Europese continent nog jaren geconfronteerd worden met de repercussies van de strijd om steden als Kiev, Charkov en Marioepol. In het slechtste dreigen we zelf vroeg of laat betrokken partij te worden. Dat is de bittere geopolitiek realiteit waarmee we nu geconfronteerd worden“, luidt het verder.
Volgens de N-VA’ers worden “zij die hardnekkig vasthouden dat de twee percent niet meer is dan een budgettaire fetisj – terecht – steeds meer in het defensief geduwd”. Zo wijzen de Kamerleden op het feit dat het cijfer “symbool en belangrijke indicator van Westerse politieke vastberadenheid” is, dat het aantal landen dat de norm haalt in snel tempo toe zal nemen, dat de operationele verwachtingen van ons land binnen de NAVO en EU alleen maar toe zullen nemen en dat “het paradigme van ‘meer met minder’ niet langer strookt niet met de realiteit waarin ons leger zich nu bevindt”.
“Defensie is in de afgelopen crisis na crisis bewezen onze beste verzekering te zijn”, aldus de N-VA’ers. “Dat heeft ons er niet van weerhouden haar een adequaat budget voor het correct uitvoeren van haar opdrachten te ontzeggen. Met een te lage materiële gereedheid, onvoldoende bezetting van de eenheden, ontoereikende militaire mobiliteit, inadequate verloning, verloederd patrimonium en ontbrekende high-intensity capaciteit tot gevolg. Juist nu paraatheid, inzetbaarheid, bruikbaarheid en voortzettingsvermogen weer aan de orde van de dag zijn.”