Oekraïens president Volodymyr Zelensky nam in zijn meest recente speech enkele westerse leiders op de korrel, die volgens hem de laatste decennia veel te meegaand waren ten aanzien van Rusland. Zelensky denkt dat die houding zelfvertrouwen gaf aan Rusland, met alle gevolgen van dien.
De gruwelijke beelden van gisteren zinderen na. Oekraïens president Zelensky drukt enkele westerse leiders uit het verleden met de neus op de feiten. Hij noemt voormalig Duits bondskanselier Angela Merkel en Frans oud-president Nicolas Sarkozy bij naam. Hij nodigt hen uit om Boetsja te bezoeken, om er met eigen ogen te zien welke wreedheden het Russische leger er heeft gepleegd.
Het waren Merkel en Sarkozy die er in 2008 voor zorgden dat Oekraïne geen lid van de NAVO werd, iets wat Zelensky hen nu bijzonder kwalijk neemt. Hij spreekt van een “absurde angst” van enkele politici ten aanzien van Rusland. Het niet opnemen van Oekraïne in de NAVO werd aanzien als een vorm van ‘appeasementpolitiek‘, gericht op het vermijden van oorlog door concessies te doen aan een andere macht. Een opoffering als blijk van goede wil in de hoop dat er een goede verstandhouding en onderling respect zou komen. Dat gebeurde echter niet, integendeel.
Zware gevolgen
“Sinds die misrekening 14 jaar geleden, onderging Oekraïne een revolutie en 8 jaar oorlog in Donbass. Nu vechten we voor ons voortbestaan in de meest verschrikkelijke oorlog in Europa sinds Wereldoorlog II.”, aldus de Oekraïense president. “Ik nodig mevrouw Merkel en mijnheer Sarkozy uit om Boetsja te bezoeken, en te zien tot wat dat beleid van toegevingen aan Rusland heeft geleid. Om met hun eigen ogen de gemartelde Oekraïense mannen en vrouwen te zien. Begrijp me niet verkeerd, we leggen de schuld niet bij het Westen. We leggen de schuld enkel en alleen bij het Russisch leger die dit tegen ons volk heeft gedaan en bij de leiders die hen bevelen gaven. Maar we hebben het recht om te praten over de besluiteloosheid, die ons leidde naar Boetsja, naar Hostomel, naar Charcov, naar Marioepol.”
Zelensky stelt zich ook de vraag wat de slachtoffers van die oorlogsmisdaden verkeerd gedaan hebben: “Wat hebben ze gedaan? Waarom werden ze gedood? Wat deed een man die over straat fietste? Waarom werden gewone burgers doodgemarteld in een normale, vreedzame stad? Waarom werden vrouwen gewurgd nadat ze de oorbellen uit hun oren hadden gerukt? Hoe konden ze vrouwen verkrachten en vermoorden in het bijzijn van de kinderen? Hun lichaam bespotten, zelfs na hun dood? Waarom reden ze over de lichamen van mensen met tanks? Wat heeft de Oekraïense stad Boetsja Rusland misdaan?“
De beelden van de zware gruwel uit Boetsja beroeren de gemoederen in het Westen en zorgen voor een unanieme veroordeling van het Russisch leger. Er zouden zeker 410 burgers zijn vermoord. Er is sprake van massagraven, maar er liggen ook lichamen verspreid over de stad. Getuigen spreken daarnaast van foltering en verkrachtingen. Rusland ontkent echter alles: volgens hen is het opgezet spel uit Oekraïne. Het land noemt de beschuldigingen een “provocatie”.