In het Vlaamse Gewest was vorig jaar zeventig procent van de 15-tot 64-jarigen aan het werk. Dat blijkt uit cijfers van Statistiek Vlaanderen op basis van de Enquête naar de Arbeidskrachten (EAK). Die enquête geeft aan hoeveel personen werkend, werkloos of niet-beroepsactief zijn. In 2021 steeg het totaalaantal werkenden in Vlaanderen met meer dan 50.000.
Ongeveer 27 procent van de bevolking tussen 15 en 64 jaar was niet-beroepsactief vorig jaar. Het gaat daarbij voornamelijk over studenten: het aandeel werklozen bedroeg iets minder dan drie procent. De coronapandemie heeft ervoor gezorgd dat het aandeel werklozen licht gestegen is. De methodologie van het onderzoek is echter ook licht veranderd: sinds 2021 worden personen die meer dan drie maanden tijdelijk werkloos zijn omwille van economische redenen niet meer als werkend beschouwd worden.
Opvallend is ook dat vrouwen de afgelopen decennia steeds meer zijn beginnen werken. In 1999 lag dit aandeel nog op 53,6 procent, vorig jaar op 67 procent. Bij de mannen bedraagt de stijging in diezelfde periode slechts 1,6 procent. Het aantal niet-beroepsactieve vrouwen daalde ook sterker: van 42,5 procent in 1999 naar 30,6 procent vorig jaar.
De leeftijdsgroep 35-tot 49-jarigen telt het meeste werkende personen: 87 procent van hen heeft een betaalde baan. Maar de leeftijdsgroep van 50 tot 64 jaar kent de grootste veranderingen. In 2021 had 65,7 procent een betaalde baan ten opzichte van 38,3 procent in 1999. Een loopbaan duurt gemiddeld gezien dus veel langer voor de meeste Vlamingen.
In 2020 lag het aandeel werkende personen in de bevolking van 15 tot 64 jaar in het Vlaamse Gewest (69,4 procent) hoger dan in het Brusselse Hoofdstedelijke Gewest (56,5 procent) en het Waalse Gewest (59,2 procent). Het aandeel werklozen en niet-beroepsactieve personen lag in het Vlaamse Gewest bovendien duidelijk lager dan in de andere gewesten.
VLAMINGEN!!!