Afgelopen weekend vonden er op het openbaar vervoer verschillende incidenten met Brusselse jongeren plaats. Onder meer in de buurt van het station Gent-Sint-Pieters maakte een twintigtal Brusselse jongeren, die op weg waren naar de Blaarmeersen, zaterdagmiddag amok. Ook op een trein van Oostende naar Brussel brachten Brusselse jongeren vernielingen aan en trokken ze aan de noodrem. Priscilla Keuppens, jongerenadviseur in de Vlaamse Jeugdraad en zelf woonachtig in Brussel, reageert in De Ochtend op Radio 1 op deze incidenten.
Keuppens noemt de gebeurtenissen van afgelopen weekend “heel spijtig”. “Maar ik vind het ook spijtig dat er weer wordt gesproken over ‘Brusselse jongeren’, alsof ze allemaal zo zijn”, hekelt ze. “Wat bepaalde individuen hebben gedaan, is niet oké en daar moeten ze de gevolgen van dragen. Maar ik vind het spijtig dat alle Brusselse jongeren daar telkens voor moeten opdraaien.”
Volgens Keuppens mag het probleem zeker benoemd worden. “Maar je kan beter in gesprek gaan met Brusselse jongeren dan ze te stigmatiseren”, oordeelt ze. “Hoe komt het dat ze zich zo misdragen? Wat kunnen we daaraan doen?”
Onvoldoende recreatiedomeinen in Brussel
Keuppens ziet twee mogelijke oorzaken voor het wangedrag van de Brusselse jongeren. “Een van de problemen is dat er onvoldoende recreatiedomeinen zijn in Brussel waar ze kunnen afkoelen”, legt ze uit. “Daardoor moeten ze telkens grote afstanden afleggen en veel geld betalen. Als ze dat niet elke keer zouden moeten doen, zijn er minder mogelijkheden om zo’n gedrag te vertonen.”
Ook taal is volgens Keuppens een belangrijk aspect. “Ik vraag me af hoe de communicatie tussen de jongeren, de buschauffeur en de politie is verlopen, als er geen sprake was van een taal die ze allemaal machtig zijn.”
(Lees verder onder de tweet.)
Zwarte lijst
Minister van Binnenlandse Zaken Annelies Verlinden (CD&V) stelde vorig jaar een zwarte lijst op en legde plaatsverboden op, maar dat vindt Keuppens niet noodzakelijk. “Ik zie dat eerder als een uitzonderingsmaatregel”, klinkt het. “Het is ook onduidelijk hoe jongeren tegen die zwarte lijsten kunnen ingaan of welke juridische stappen ze kunnen ondernemen. Het is oneerlijk om zo’n beslissingen te nemen.”
Tot slot wijst Keuppens erop dat ze zelf met Brusselse jongeren werkt en er dus veel mee in contact komt. “Ik ga niet doen alsof er nooit problemen zijn. Maar grotendeels zijn het brave jongeren die kattenkwaad uithalen, niets dat andere jongeren niet doen”, besluit ze.