Vooruit wil dat homohaat op dezelfde manier berecht wordt als racisme

De parketten telden tussen 2017 en 2021 282 homofobie dossiers. Dat blijkt uit cijfers die Vooruit-fractieleider Melissa Depraetere opvroeg bij minister van Justitie Van Quickenborne (Open VLD). “Slechts het topje van de ijsberg”, zegt Depraetere. Ze wil onder meer dat haatspraak die oproept tot geweld via social media sneller voor de correctionele rechtbank kan komen, zoals bij racisme het geval is.

De afgelopen vijf jaar werden 282 dossiers van homofobie aanhangig gemaakt bij het parket. Het gaat daarbij vooral over opzettelijke slagen en verwondingen. Deze zijn doorgaans sneller vast te stellen waardoor vervolging mogelijk is. Beledigingen en belagingen worden moeilijker voor de rechtbank beslecht. 

Dat komt onder meer omdat geschreven haatspraak als persmisdrijf moet worden berecht en dus voor het hof van assisen moet komen, zegt Depraetere. Die procedureslag duurt jarenlang waardoor men er meestal gewoon niet aan begint. In de praktijk betekent dat dus straffeloosheid, zegt de fractieleider. Enkel in het geval van racisme kan haatspraak naar de correctionele rechtbank. Vooruit wil daarom dat ook homohaat door de correctionele rechtbank kan worden berecht.

Onderschatting

Depraetere wijst er ook op dat de cijfers een forse onderschatting zijn. Zo ontbreken er onder meer cijfers van het parket van Eupen en beslissen slachtoffers vaak om geen klacht in te dienen. Een Veiligheidmonitor brengt een en ander momenteel in kaart. De resultaten worden verwacht half 2022.

“Je kan pas echt gedegen beleid voren tegen homohaat als we als overheid een duidelijk zicht hebben op enerzijds het aantal geweldsdelicten en anderzijds de evolutie in meldingen van homohaat en aangiften van delicten”, besluit Depraetere.