Het mattheuseffect
De meest gekende toepassing van het mattheuseffect is het idee dat de rijken rijker worden en de armen armer. Marx geloofde er alvast in en daarom dacht hij dat een revolutie onvermijdelijk was. Het begrip wordt niet alleen gebruikt in de sfeer van de economie, maar is van toepassing op alle situaties waarbij een beginvoordeel de neiging heeft een nog groter voordeel te worden.
De naam van het begrip verwijst naar een vers uit het Nieuwe Testament: “Want wie heeft zal nog meer krijgen, en wel in overvloed, maar wie niets heeft, hem zal zelfs wat hij heeft nog worden ontnomen” (Mattheus 25:29).
Het fenomeen kreeg in 1968 zijn naam van professor Robert Merton, die ontdekte dat bekende wetenschappers veel meer aangehaald en gelauwerd worden dan minder bekenden die nochtans even kwalitatief werk afleveren, een dynamiek die zichzelf uiteraard bestendigt.
Het mattheuseffect kan overal toeslaan, ook in het dagelijkse leven. Wanneer je tegen de middag voorbij een rij restaurantjes met terras wandelt, waar ga je dan eten? Op het helemaal lege terras of dat waar al flink wat volk zit te eten ?
Geboortemaandeffect
De gevolgen van de leeftijdsverschillen binnen een schoolklas zijn een droeviger voorbeeld van het mattheuseffect. De oudste kindjes schelen bijna een jaar met de jongsten. In het eerste leerjaar is een verschil van een jaar eigenlijk veel, zowel wat lichamelijke als geestelijke ontwikkeling betreft. Oudere kinderen, groter en sneller, kunnen bijvoorbeeld beter voetballen en worden dan aangemoedigd om dat nog meer te gaan doen, terwijl hun beginachterstand de jongsten van de klas net zal ontmoedigen. Studies bevestigen de oververtegenwoordiging van bepaalde geboortemaanden in de topsport.
Uiteraard geldt dat geboortemaandeffect ook voor de geestelijke prestaties op de school, wat erger is. In Vlaanderen is berekend dat kinderen geboren in januari 15 procent meer kans maken om universitaire studies te doen dan decemberkindjes. Met de dierenriem heeft dat niets te maken, wel met een onderwijssysteem waarin jonger gemakkelijk verward wordt met dommer. Kinderen van december lopen ook een grotere kans om doorverwezen te worden naar het bijzonder onderwijs. Op jonge leeftijd is zittenblijven dan ook niet altijd zo’n slecht idee, omdat dit het mattheuseffect ongedaan maakt (of omkeert).
Nou nou. Ik heb mijn twijfels bij deze theorie. Na 40 jaar onderwijs heb ik toch ook een kijk op deze materie.