De Britse eerste minister Boris Johnson won gisteren de vertrouwensstemming binnen zijn partij. Ondanks de winst komt hij beschadigd uit de saga. Johnson wil nu snel overschakelen naar de orde van de dag, maar dat is niet zo evident.
De vertrouwensstemming toont aan dat de Conservatieve partij erg verdeeld is over partygate, de feestjes die Johnson en zijn team hielden tijdens de strenge lockdowns. Van de 359 conservatieve parlementariërs stemden er 211 voor en 148 tegen de premier. De ontevredenheid over Johnson blijft dus groot binnen zijn eigen partij.
“Beslissende overwinning”
Johnson beweert dat de discussie over partygate nu eindelijk kan stoppen. Hij noemt de stemming een “beslissende overwinning” en wil nu dat alle aandacht opnieuw naar het beleid gaat. Hij wees er op dat hij nu meer stemmen achter zich geef dan bij de voorzittersverkiezingen in 2019. Johnson werkt daarbij aan een uitgebreid ‘right to buy’, een plan om huurders meer kans te geven om vastgoed te kopen. Daarnaast zijn er ook nog de plannen om migranten naar Rwanda te sturen. Heel wat ministers spraken dan ook hun steun uit voor de premier. Minister van volksgezondheid Sajid Javid bijvoorbeeld zei dat Johnson nu een “vers mandaat” heeft gekregen.
(Lees verder onder de tweet.)
Blijvende druk
De oppositie denkt daar echter anders over. Labour wil dat er verder onderzoek komt naar mogelijke overtredingen van de regels door ministers. Ze worden gesterkt door het verleden: Johnson voorganger, Theresa May won in 2018 immers ook een vertrouwensstemming. Ze deed zelfs beter dan Johnson en haalde 63 procent van de stemmen. Zes maanden later moest ze echter alsnog opstappen. Ook Margaret Thatcher werd genekt door interne twist binnen de conservatieve partij. Zij moest een week na een gewonnen vertrouwensstemming opstappen.
Voorzitter van de socialisten, Sir Keir Starmer, noemde Johnson “helemaal ongeschikt voor de vooraanstaande functie die hij heeft. Conservatieve parlementsleden hebben hun keuze gemaakt”, zei hij. “Ze hebben het Britse publiek genegeerd en hebben zichzelf en hun partij stevig vastgeketend aan Boris Johnson en alles wat hij vertegenwoordigt.”
Binnen de regering erkende ook de staatssecretaris voor milieu George Eustice dat het “altijd teleurstellend” is wanneer er een “significante minderheid bestaat binnen de partij die zo stemt”. Op 23 juni komen er enkele tussentijdse verkiezingen die een belangrijke indicator kunnen vormen.
