Het zag ernaar uit dat na de Brexit de aanhoudende migratiecrisis en de weinig overtuigende reactie op de coronapandemie de Europese Unie lang parten zouden spelen. Maar het tegendeel lijkt waar te zijn. De oorlog in Oekraïne zorgde voor een zelden geziene eendracht op het Europese continent. De afgelopen week was dan ook bijzonder vruchtbaar voor de Europese Unie.
Op donderdag 2 juni passeerden er twee belangrijke gebeurtenissen, nochtans relatief onopgemerkt. De verjaardag van de Queen en het proces van Johnny Depp en Amber Heard leken zwaarwichtiger voor de nationale pers.
Eerst kwamen de resultaten binnen van een referendum uit Denemarken. De bevolking brak overtuigend – bijna 67 procent van de stemmen – met de decennia-oude politiek van militaire onafhankelijkheid en stemde om de opt-out te laten vallen voor een Europees defensiebeleid. Aangespoord door de Russische agressie zal ook dit Scandinavische land meedoen aan de gezamenlijke verdediging van Europa, onder auspiciën van de EU.
Wat later kwam Kroatië. Dat wil volgend jaar overstappen van de kuna naar de euro. Het land voldoet aan alle criteria om tot de eurozone toe te treden. De magere economische resultaten en de aangehouden versoepelde begrotingsregels schrikken Kroatië dus niet af, integendeel. Zo wordt Kroatië het 20e land dat de eenheidsmunt gebruikt. Symbolisch niet onbelangrijk in tijden van sancties en economische troebelen.
Brussel heeft al slechtere dagen gekend.