De manier waarop oostelijke en westelijke lidstaten van de EU naar de oorlog in Oekraïne kijken, is fundamenteel verschillend. Voor landen als Polen of de Baltische staten is dit een existentieel verhaal met weinig ruimte voor pragmatisme. Parijs en Berlijn zien dit anders en geven meer blijk van ambiguïteit. Deze situatie zal blijvende gevolgen hebben op de machtsverhoudingen binnen de EU.
Enkele maanden geleden zou het idee alleen al dat Oekraïne aanvaard zou worden als kandidaat-lidstaat van de EU op hoongelach zijn onthaald. Plots zou daar een lidstaat bij komen met 44 miljoen inwoners, in oppervlakte de grootste van de EU zijn en met een landbouwsector die één vierde bedraagt van wat die vandaag is binnen de EU. Alleen al voor het Europees landbouwbeleid, subsidies op kop, zou dit bijzonder ingrijpend zijn, maar er is meer. Er zijn tal van criteria en voorwaarden waaraan voldaan moet worden, vraag maar aan Turkije. Alleen komt Oekraïne zelfs nog niet in de buurt. En dan is er die betrokkenheid in een oorlog. Cyprus dat verwikkeld zit in een ‘bevroren conflict’ met Turkije werd destijds jarenlang in de gaten gehouden alvorens toegelaten te worden. Het aanvaarden van de Oekraïense kandidatuur, een tijdje geleden theatraal ingediend door president Zelenksy, is officieel een “politiek signaal”, klinkt het in Brussel. Een signaal is het zeker, vooral dan om de interne onenigheid te verdoezelen.
Dubbelzinnigheid
De tripjes naar Kiev van Michel, Von der Leyen & co ten spijt, is er een vervelende onderliggende realiteit binnen de EU. Terwijl landen als Frankrijk of Duitsland zich afvragen hoe de realiteit na de oorlog en de relatie met Rusland eruit kan zien, heeft voor een aantal Oost-Europese staten hetgeen zich thans afspeelt een existentiële betekenis. Bouwend op een historisch besef, zien ze met lede ogen aan hoe enkele West-Europese landen slabakken in het bieden van militaire hulp. Ze ergeren zich aan de dubbelzinnigheid van een Macron die ondanks alle veroordelingen een opening naar Moskou wil behouden. Aan de ene kant van de grens leeft het idee van een overwinning op Moskou, aan westelijke zijde denkt men aan een modus vivendi, voortvloeiend aan een patstelling waarbij een aantal Russische verlangens en eisen ingewilligd zouden worden, te beginnen met controle over de Krim en de Donbasregio.
Wantrouwen
Tekenend is ook de gespannen relatie tussen Berlijn en Warschau, eigenlijk de kern van het schisma binnen de EU. De ambiguïteit van de Duitse kanselier Scholz leidde al tot bitsige verklaringen, waarbij mogelijk nieuwe akkoorden van Minsk steevast met München vergeleken worden. We hebben niet de ruimte voor een exhaustief overzicht, maar laten we stellen dat het belangrijke ‘don’t mention the war’-principe de voorbije weken verschillende keren geschonden is. Maar niet enkel in Polen is Duitsland kop van jut. Ook in het Balticum of in Tsjechië is het wantrouwen groot.
Europese evenwichten
Hoe dit verder evolueert is koffiedik kijken, maar dat hetgeen zich nu afspeelt blijvende gevolgen zal hebben op de evenwichten binnen de EU staat buiten kijf. Toen zo’n twee decennia geleden de toenmalige Amerikaanse minister van Defensie Donald Rumsfeld het over het “nieuwe Europa” had, werd daar smalend over gedaan. Zou men dit vandaag nog weglachen? Jarenlang was de westerse kijk op de EU vooral economisch gedefinieerd. En daar waren er bepaalde waarden die men wou doordrukken, de wrijvingen met Polen of Hongarije zijn op dat vlak tekenend geweest. Tegelijkertijd negeerde men de waarschuwingen uit het oosten over Rusland. En die prijs betaalt de as Parijs-Berlijn vandaag en morgen. Cash.