De exit van Brits premier Boris Johnson is er een om niet snel te vergeten. Maar zijn beleid lijkt dat wel te zijn.
Boris Johnson zal de geschiedenis ingaan als de man die de Brexit kon realiseren. Als overtuigd brexiteer kreeg hij een enorm mandaat van de kiezer. De Conservatieve Partij won de verkiezingen in 2019 en haalde een opvallend ruime meerderheid.
De Brexit werd definitief beklonken, maar de beloofde voorspoed kwam niet. Eerst kwam er de coronapandemie. Net als in veel landen verliep die situatie moeilijk en nam de regering-Johnson omstreden beslissingen. Maar er kwam ook het ontslag van Dominic Cummings, jarenlang de rechterhand, adviseur en dichte vertrouweling van Johnson. Die sprak toen al zeer harde woorden uit over Johnson. Er brak eveneens een schandaal uit over de renovatie van Downing Street. Vervolgens bleek dat leden van de regering en Johnson zelf zich ook bezondigd hadden aan lockdownfeestjes.
Liegebeest
De reflex van Johnson bleek te bestaan om te liegen en zichzelf op die manier uit de wind te zetten. Hetzelfde deed hij in de zaak-Pincher, een man die andere mannen seksueel had lastig gevallen. Iedereen wist ervan, maar Johnson eiste dat men die zaak zou negeren en promoveerde de man. Dat was de druppel die de emmer deed overlopen. De ministers van de Conservatieve Partij wilden daarvan geen deel uitmaken.
Een leegloop was het gevolg en Johnson bleef helemaal geïsoleerd achter. Inhoudelijk lijkt de partij er goed voor te staan. Hun conservatief manifest uit 2019 bevat namelijk veel dat best populair is. Maar Johnson heeft er opvallend weinig van kunnen realiseren. Erger zelfs: de migratieproblematiek nam toe na de Brexit. In de ‘culture war’ deden de conservatieven niet mee. En ook economisch gaat het niet goed met het Verenigd Koninkrijk. De vraag is of veel Britten Johnson dan ook echt gaan missen.