Ruim een week is Vlaanderen al in de ban van de 16 geschrapte afleveringen van F.C. De Kampioenen. Dat lokt heel wat reacties uit, waaronder van cultuurfilosoof Walter Weyns, die in een interview met De Tijd scherp is. “Iets verbieden is altijd een zwaktebod”, stelt hij onder andere.
Walter Weyns is een cultuurfilosoof aan de Universiteit Antwerpen die al langer aandacht besteedt aan woke en de gevolgen die deze beweging heeft voor de maatschappij. Zo bracht hij vorig jaar nog het boek ‘Wie, Wat, Woke’ uit, waarin hij op zoek gaat naar hoe we vandaag naar onrechtvaardigheid kijken. Vanuit dat oogpunt stelt hij dat er vandaag een strijd ontstaan is tussen mensen die vinden dat alles wat met racisme en discriminatie uit het archief verwijderd moet worden, en anderen die vinden dat het om een aanval op hun kindertijd gaat.
“Net zoals veel andere westerse mediabedrijven gaat de VRT door haar archief en bekijkt ze wat behouden kan blijven en wat niet”, verklaart hij. “De ene vindt dat onze cultuur heel snel moeten worden uitgezuiverd, terwijl de andere het probleem niet ziet. Beide groepen zien het debat als een aanval op wie ze zijn.” Volgens Weyns is een debat over identiteit steeds moeilijk omdat het gaat over of je nog mag zijn wie je bent. “Dat leidt tot onbegrip”, klinkt het.
Witte man
“Woke is moeilijk een echte beweging te noemen, want er is geen programma, er zijn geen leiders of woordvoerders, maar het verbindt wel veel mensen die strijden voor sociale rechtvaardigheid”, stelt Weyns. Die hebben volgens hem een gemeenschappelijke vijand nodig, omdat ze zo aan kracht winnen. “Dat is nu de witte man die verantwoordelijk wordt geacht voor alles wat misloopt: als macho is hij oververtegenwoordigd in alle machtscenakels en is hij degene achter seksisme, kolonialisme en racisme.” Daardoor moet Weyts alles wat te maken heeft met die witte man kapot worden gemaakt. “Onze cultuur, onze taal en zelfs de grammatica, want die dragen allemaal de almacht van die witte man uit.”
Doorgeslagen
Volgens de cultuurfilosoof zijn er een aantal voorbeelden die aantonen dat er een bepaald dogmatisme in de woke-beweging zit. “Wie mag de zwarte dichtster Amanda Gorman vertalen? Kan enkel een zwarte vrouw dat, zoals geopperd werd? Mag enkel een homoseksueel een homorol in een film spelen? Hetzelfde met woorden. Het n-woord gebruiken we niet meer, maar hoe ver gaan we mee in het schrappen van woorden die als omstreden worden gezien? Op den duur ben je jezelf aan het censureren.”
Daarnaast is de slechte reputatie van woke ook te danken aan bepaalde mensen binnen die beweging. “Het helpt niet dat sommige woke-adepten zich gedragen als moraalridders die willen bepalen wat anderen mogen doen of welke woorden en welke gebruiken aanvaardbaar zijn”, stelt hij. Toch zijn ook degenen die niet open staan voor verandering deels verantwoordelijk voor de polarisering die ontstaat. “Dan zit het spel snel op de wagen. Daarom roep ik op om pragmatisch in te zijn. Denk aan hoe we er in Vlaanderen in geslaagd zijn de discussie over zwarte piet te ontmijnen door hem te vervangen door een roetpiet”, besluit hij.