Vrijdag riep Marokko de eigen ambassadeur in Tunesië terug uit onvrede met de Tunesische beslissing onderdak te bieden aan de leider van onafhankelijkheidsbeweging Polisario. De leider van Polisario, Brahim Ghali, was in Tunesië om deel te nemen aan een Japanse ontwikkelingstop voor Afrika. Deze beweging strijdt voor zelfbestuur in het tussen Marokko en Mauritanië verdeelde gebied in de Westelijke Sahara. Polisario wil onafhankelijkheid voor de Bedoeïenbevolking -de Sahrawi- de oorspronkelijke bewoners van het gebied. Op haar beurt heeft Tunesië nu de eigen gezant voor Marokko terug naar huis gehaald. Sinds 1975 is de West-Sahara betwist gebied, voordien viel het onder Spaans bewind.
Dat de onafhankelijkheidsbeweging vaker een gevoelige snaar raakt, bleek ook vorig jaar toen Brahim Ghali met een coronabesmetting in een Spaans ziekenhuis werd opgenomen. Via een officiële verklaring liet Marokko destijds weten het te betreuren dat Spanje hem onderdak bood. Marokko beschreef Ghali als de leider van de ‘separatistische militie’ Polisario en beschuldigde die van oorlogsmisdaden. De Spaanse ambassadeur in Rabat werd destijds ook op het matje geroepen.
In een rapport van de Het Bureau voor de Coördinatie van Humanitaire Aangelegenheden (OCHA) uit 2021 staat dat er een blijvende en door iedereen geaccepteerde oplossing gezocht moet worden die uiteindelijk zal leiden tot zelfbeschikkingsrecht voor de inwoners van de Westelijke Sahara. De vijandigheid tussen Marokko en Polisario zou volgens het rapport zijn toegenomen.
Christenen in het gebied
Het merendeel van de inwoners van de Westelijke Sahara is moslim, maar er is tevens een kleine groep christenen. Voormalig president Trump van de Verenigde Staten erkende de Marokkaanse claim op het gebied als onderdeel van de zogenaamde Abraham-akkoorden, maar bij die overeenkomst werd niets afgesproken over godsdienstvrijheid.
Er zijn twee kerken, in Dakhla en Laayoun, nog aanwezig in het gebied die stammen uit de tijd dat de Westelijke Sahara nog onder Spaans bewind viel. Er komen weinig gelovigen voor de eredienst, de meesten die komen zijn bijvoorbeeld medewerkers van de Verenigde Naties. Net als in Marokko zelf, verbergen christenen in de Westelijke Sahara hun geloof uit angst.
Er is in Marokko officieel vrijheid van religie, maar de islam is de officiële staatsreligie en de koning draagt de titel ‘Commandant van de Gelovigen’ (moslims) een titel die voor het eerst werd gebruikt door Umar, de tweede kalief van de oemma. Het land staat op de 27e plaats van de jaarlijkse ranglijst christenvervolging van Open Doors. Het islamitische geloof verlaten brengt gevaar met zich mee, hoewel er niet, zoals in andere islamitische landen, de doodstraf voor wordt geëist. In 1970 was 41 procent van de inwoners van de Westelijke Sahara christen, vandaag is dit aantal nog slechts 0.1 procent.
Laat de islaMIETJES het zelf uitvechten, dan “lost” het probleem zich zelf wel op.