Royaltywatcher, menselijke incontinentieluier
Als je niks kunt, word je journalist. Als je zelfs dat niet kunt, word je sportjournalist. Het is een aloude wetenschap in het mediabedrijf die iedere onkundige journalist al eens probeert te verbergen achter een opinie die hij ergens per ongeluk heeft opgedaan of overgeschreven. Het is echt geen toeval dat kranten als De Morgen en De Standaard grossieren in opinies. Dat spaart echt werk en hersengebruik uit. Maar dit geheel terzijde. Wat minder mensen weten: er is nog een trap onder sportjournalistiek die zelden of nooit benoemd wordt. Wie immers écht zijn linkervoet niet kan onderscheiden van een kudde roze olifanten, wordt royaltyjournalist. Deze week was er een jamboree van gepland in Londen.
Royaltyjournalisten zijn het uitschot van iedere redactie. Niemand wil ze echt lopen hebben, maar zo nu en dan zijn ze onvermijdelijk. Ze houden zich meestal op in de society- en BV-rubriek van de krant waar ze zich in stilte bezighouden met de tandpasta van Willy Sommers of het tellen van de zangeresjes van K3 en lege champagneflessen, respectievelijk in de slaapkamers van Gert Verhulst en Tanja Dexters. Of omgekeerd. Maakt niet zo veel uit.
Omdat het van nature uit compleet inhoudsloze wezens zijn die van hun hele leven geen lief vinden zonder daarvoor te betalen, zijn ze geobsedeerd door het lief van een ander. Inslechte mensen die rotzooi verkopen over hun medemensen uit pure frustratie dat ze zelfs voor voetbaljournalistiek te dom zijn. Eigenlijk dienen ze enkel om met hun hoofd eerst in een toiletpot te worden geduwd als die dreigt te overstromen. Of gewoon zomaar bij wijze van vrijetijdsbesteding. Mag ook.
Slijmballen
Maar eens om de zoveel tijd, komen ze boven hun bureau uitkijken en mag niemand erop slaan. Dan is hun expertise plots onontbeerlijk omdat we collectief lijden aan de nood om onze koekendozen nog eens af te stoffen en koninklijke kopjes te bekijken. Niemand kan dan zo zeemzoeterig uit de hoek komen als de royaltywatcher. Want hoe venijnig de royaltyjournalist ook is als het op zijn medemens aankomt, zo slijmerig en ziekelijk behagend wordt hij als er een royal in de buurt is. Het streven van iedere royaltyjournalist is een carrière als incontinentieluier van een royal naar keuze. Het is tevens het hoogste wat ze kunnen bereiken qua nutswaarde. Jo De (achter)Poorter-pampers, voor al uw sluitspierproblemen.
Wanneer de royaltyjournalist niet bezig is met slijmen en kwijlen, houdt hij de Engelse koningin in de gaten. Want daar zit de menselijke etterbuil al jaren op te wachten. Het wordt zijn rentree door de grote poort. Sinds de dood van Boudewijn is het Belgische royaltynieuws nu eenmaal even interessant als de diepste gedachten van Annelies Verlinden over schoenlepels. Ieder nieuwtje over Elizabeth werd de voorbije jaren angstvallig geanalyseerd. Als ze haar neus optrekt, kan dat bij de royaltywatcher leiden tot een glaasje champagne. Een nies is goed voor een feestje en bij een hoestbui ontstaat er een spontaan orgasme.
Paparazzieten
Toen prins Philip vorig jaar de geest gaf, voelden de aasgieren het glashelder aan: nu zou het niet lang meer duren voor ze haar koninklijke kaas zou laten en zij weer voor het voetlicht zouden kunnen treden. En alzo geschiedde. Het liep storm voor snotjournalistiek. Royaltywatchers slibberden studio’s binnen, usurpeerden krantenpagina’s en excrementeerden bijlages. De tiendaagse royaltyjamboree die deze week werd afgerond met het opbergen van de Queen, was evenwel een beetje een gemiste kans. Voor het eerst in de geschiedenis van de monarchie was 90 procent van alle paparazzieten aanwezig in Londen om de mondiale dorsten naar de dode queen te lessen. Was het geen mooi eerbetoon geweest om ze samen met de Queen in te sluiten in de familiegrafkelder van de Windsors? Af en toe wel eens gaan kijken of iedereen het wel goed stelt, natuurlijk. Bij het overlijden van Charles bijvoorbeeld? Ze kunnen lang zonder water, dat onkruid.
