Dit najaar wil de Tweede Kamer zich buigen over een verregaand voorstel om iedere burger de vrijheid te geven het eigen officiële geslacht te kiezen. Tegen de plannen komt nu verzet. In een manifest roept een groep denkers – zowel gelovigen als atheïsten – op tot een breed maatschappelijk debat. Volgens de ondertekenaars hangt het voorstel met haken en ogen aan elkaar.
Het progressieve D66 springt al jaren in de bres voor individuele vrijheden. Geslacht is voor de sociaalliberalen niet zozeer een biologisch gegeven, maar behelst louter een vrije keuze. Als de ‘Transgenderwet’ wordt goedgekeurd, kan iedere Nederlander in een handomdraai zijn of haar geslacht laten aanpassen op de geboorteakte. Niet langer zal voorafgaandelijk een arts of psycholoog geraadpleegd dienen te worden, ook de leeftijdsgrens om het geslacht aan te passen – die nu nog op zestien jaar ligt – verdwijnt in de praktijk. Kinderen zullen dus kunnen kiezen of ze door het leven willen gaan als meisje dan wel als jongen.
Een groep denkers kwam recent op de proppen met het manifest ‘De transgenderwet raakt iedereen’. De christelijke sociologe Elise van Hoek en theoloog-historicus Bart Jan Spruyt liggen aan de basis van dit initiatief. Toch kunnen tegenstanders de ondertekenaars van het manifest niet zomaar neerzetten als conservatieve protestanten die een achterhoedegevecht voeren. Ook uit juridische hoek, de medische wereld, het veld van de journalistiek en uit atheïstische middens komt immers steun. De diverse achtergronden van de ondertekenaars tonen aan dat de toekomstige wet leeft in de breedte van de Nederlandse samenleving.
Mannen in vrouwenkleedkamer
De opstellers wijzen op een tegenstrijdigheid in het wetsvoorstel. De ‘Transgenderwet’ pretendeert mensen vrijheid en veiligheid te bieden om volledig zichzelf te kunnen zijn. Echter, hoe veilig zijn biologische vrouwen op openbare toiletten of in de kleedkamer van een sportschool, wanneer iedere man – zichzelf als ‘vrouw’ bestempelend – hier vrijelijk kan binnenwandelen? Voorts wijst het manifest op het feit dat geslacht veel meer is dan een subjectief gevoel en in de eerste plaats biologisch bepaald is. De ‘Transgenderwet’, buigend voor de huidige tijdsgeest, brengt mogelijk kinderen nodeloos in verwarring. Van Hoek en Spruyt verwijzen naar onderzoeken die aantonen dat het overgrote deel van de kinderen dat lijdt aan zogenaamde ‘genderdysforie’, hier in de pubertijd spontaan overheen groeit. Een administratieve (laat staan biologische) geslachtsverandering is in veel gevallen dus geen oplossing.
Het gros van de journalisten is uitgesproken progressief en bijna alle media gaan doorgaans kritiekloos mee met de dominante progressief-liberale agenda. Het is daarom des te opvallender dat, naast bijvoorbeeld de behoudsgezinde rechtsgeleerde Andreas Kinneging en de christelijke ethicus Theo Boer, ook heel wat journalisten het manifest ondertekend hebben. Publicisten en journalisten voelen kennelijk aan dat het publieke debat in de kiem wordt gesmoord. Het manifest verwoordt dit gevoel als volgt: “Onderschrijving van het nieuw-liberale dogma fungeert meer en meer als toegangsbewijs tot de democratische rechtstaat. Wie het niet onderschrijft, is af. De diversiteitsagenda vormt daarmee dus een regelrechte bedreiging van de pluriformiteit van de samenleving.” De opstellers bedoelen hiermee dat iedereen die kritisch is over dit soort van nieuwe ethische wetten, meteen worden weggezet als ‘transfoob’.
Vandalisme toegejuicht
Het manifest is in de eerste plaats dus een oproep tot een breedvoerig maatschappelijk debat. Dat progressief Nederland weinig behoefte heeft aan een onderbouwde discussie, bleek al snel. De mensen achter het manifest lieten (volledig conform de regels) posters ophangen in tal van bus- en tramhokjes. Op heel wat plaatsen werden de hokjes en posters intussen met graffiti overspoten. Bij ‘Stichting Reclame Code’ lopen inmiddels de klachten binnen. De posters – en het manifest – zouden ‘haat oproepen tegen transpersonen’, zo meldt Het Nederlands Dagblad. Het internationale bedrijf dat de reclameruimtes bij bus- en tramhokjes in zowel België als Nederland beheert, kiest intussen ook kant. JC Decaux laat weten “zeker actie te zullen ondernemen”. Voor alle duidelijkheid: niet tegen de vandalen die haar hokjes bekladden, maar wel tegen de personen achter de postercampagne en het manifest. Volgens de woordvoerder van JC Decaux zijn de posters namelijk “niet wenselijk”.